de inlagen Wulpen die met opkomend water het land in
trekken enkele tientallen). In het duingebied zien we deze
soort opvallend weinig'op alle tochten doorliet duin
hoogstens op 5plaatsen alarmerende Wulpen. is het duin
nu zo arm aan weidevogels en Wulpen of zijn deze vogels
al vertrokken. Ik meende nog niet, 6/7 in een natte pan in
de Verklikker een paartje alarmerende Tureluurs.
Zo nu en dan Bergeenden in het duin af en toe een enkel
ex.) Practisch geen grote troepjes. Alleen ten NO van de
Verklikker in het weiland een troepje van 10 Bergeenden
en 6 a 7 stuks. Aan jongen: (niet genoteerd wat eraan
ouden bij was helaas) 8 betrekkelijk kleine pullen en reeds
3 groten, binnendijks naar Koudekerke 11+7+3 en bij de
Westenschouwense inlaag 3 maalplm 10 bij een troepje is
het grote verschil uitzonderlijk).
Bij de inlagen van Westenschouwen een Zomertaling cf
alleen, 4/7 Op de inlagen een Wilde Eend met 3 pullen, uit
de oude kooi in de Verklikkerduinen 30 stuks opgejaagd
5/7.
In de Schelde zwemt 4/7een mooi cf Grote Zeeëencl!
(rode snavel en ook rode poten goed te zien, witte spiegel
practisch niet (rui?) Vogel verplaatst zich niet.
5/7Zilvermeeuwen, toestand al even chaotisch als in alle
andere kolonies. Ik schatte het totaal aantal paren op plm
2000, gelegen tussen de lichttoren en de dennenaanplan-
tingen zie Zierikzee West 1941). Ze zitten door dit ge
il ee Ie duincomplex verspreid (totaal3,5 d 4 kmin dit
duingebied zijn nog enige kernen van de oude kolonie,
maar het hele terrein is met Zilvers bedekt. De nesten zijn
in dit duingebied bijna allemaal geraapt (eieren f 0,10, in
de handel 0,16 af 0,10) In het totaal vonden wij in het ter
rein nog 5 nesten met eieren, die kennelijk overhel hoofcl
waren gekeken. Een belangrijk deel van de Zilvers zat-
dankzijhet vele zoeken - in de dennenaanplant (gemid
deld door mij plm 10 jaar oud geschat). Opgejaagd, vielen
hier herhaaldelijk weer vogels in; van behoorlijk zoeken
was hier volgens de opzichter geen sprake geweest. Vol
gens zijn mening waren in dit stuk dan ook meerdere nes
ten uitgekomen. Wordt hier op een dergelijke manier met
rapen doorgegaan dan is de kans groot dat de vogels zich
over het hele duingebied gaan verspreiden. Een telling
was practisch niet uit te voeren. Ook de schatting was bui
tengewoon lastig. Toch meen ik dat het aantal paren zeker
niet boven de 2000 uitgaat. 6/7 troffen wij ook in de Ver
klikkerduinen enkele tientallen Zilvermeeuwen aan, op
enkele plaatsen licht alarmerend maar velen zonder
zwaar bebroede eieren of jongen. Waarschijnlijk wel ge
raapte vogels, waarvan de meesten afkomstig zijn uit de
meeuwenduinen.
's Ochtends troffen wij in de duinen pal W van de oude
eendekooi een mooi paar Britse Kleine Mantelmeeuwen
aan; echter 's middags hielden deze vogels zich hier niet
meer op. En 's ochtends en 's middags zagen wij enkele
apart vliegende ex. waarvan we niet konden nagaan waar
ze precies h uisden.
Wel vonden we 's middags ten NW van de oude eendekooi
na enig zoeken vogels vielen zeer snel weer ineen nest
met 2 jongen 1 uitkomend ei van 2 zuivere even donker
gekleurde Kleine Mantelmeeu wen, dit was zeer zeker de
Britse vorm. Dit nest is door een toeval gespaard geble
ven, in de omgeving waren alle Zilvers geraapt! Totaal
schat ik dat er zich plm 3 paren Kleine Mantelmeeuwen in
de kolonie ophielden, arbeiders spraken van 4paren. De
broedende fuscens zag ik op Zilvers en Stormen
stoten, daar en tegen stootten Scholeksters op hem.
In de buurt van de fuscens een paartje alarmerende
L.canus. nest niet kunnen vinden. In een beweide vallei
niet ver van de lichttoren een tweetal paren alarmerend,
maakten duidelijk ergens tussen de duindoorns en kruip
wilgen te nestelen. 6/7 in de Verklikker 4 of 5 matig alar
merende paartjes Stormmeeuwen. even naar nest gezocht
maar niets kunnen vinden.
In het land N. O. van de Verklikker6/725 rustende enfou-
ragerende Zilvermeeu wen. Daar ook enkele Grote Sterns
over. In de meeu wenduinen enkele malen Visdieyen ge
zien.
Aan de inlagen op de eilanden lOOden Kap meeuw en met
alle vliegvlugge jongen is nog maar een klein percentage!
Volgens J. Viergever was er ook een fikse kolonie onder de
kooi van Ellemeet). Het aantal Grote Sterns was uitzon
derlijk gering. Ze nestelden zonder uitzondering op alle
eilanden aan de randen van de Kapmeeuwen tegen het
water aan. A.A.H. en ik schatten het aantal paren totaal op
hoogstens lOOstuks (onafhankelijk van deze schatting
noemde de pachter ons hetzelfde aantal). Wij zagen
slechts enkele jongen. Aan de uiterste randen, op de glooi
ingen, nestelden op de verschillende eilandjes roodsnave-
lige sterns. A lleen bij de Heertjesinlaag kregen wij de in
druk dat hiertussen enkele Noordse Sterns zaten (afgaand
op roep, terwijl we de geheel rode snavel meenden te zien).
Bij het stoomgemaal nestelden 4/7 op de eilanden plm 50
paren roodsnavelige sterns, 20 a 30 hiervan waren zeker
Noordse Sterns, cle rest vermoedelijk Visdieyen. Als fraai
kenmerk is de roep te noemen, deze is inderdaad aanzien
lijk hoger, mits te vergelijken met die van Visdief. Bij enke
le sterns konden we heel mooi de totaal rode snavel zien,
maar dit is een kenmerk alleen voor zeer dichtbij. Totaal
aantal paren Noordse Sterns dus niet geschat.
Nog tussen te voegen:
Bij Molenburg in de buurt steeds een paartje Grutto 's. kan
me verder niet herinneren de soort in de weilanden gezien
te hebben.
Op het kapmeeuw eilandje van de O. inlaag steeds een
paar Scholeksters.
Commentaar
De tijd waarin Resoort Schouwen bezoekt valt
tegen het einde van het broedseizoen en het begin
van de trek. Soorten als Kemphaan, Oeverloper,
Tureluur, Zwarte - en Groenpootruiter keren al
terug van de broedgebieden.
22