Kleine Mantelmeeuwen waren in 1947 nog een bijzonderheid. De laatste jaren broeden er minstens evenveel Kleine
Mantelmeeuwen als Zilvermeeuwen inde Meeuwenduinen. Foto: Henk Harmsen.
In het verslag worden een aantal waarnemin
gen beschreven van soorten die destijds op Schou
wen voorkwamen en met name vanaf de vijftiger
jaren sterk achteruit zijn gegaan en deels als
broedvogel geheel zijn verdwenen. Het gaat daar
bij om Grauwe Kiekendief, Geelgors, Grauwe
Klauwier, Paapje en Steenuil. OokTapuit,Boom
pieper en Wulp zijn sindsdien flink afgenomen.
Overigens is het opvallend dat van de spreek
woordelijke talrijkheid die een aantal van deze
soorten destijds gehad moet hebben, door
Resoort niet veel wordt waargenomen. Nu was
het tijdstip van zijn bezoek voor veel broedvogels
erg laat en zat het weer niet mee, wat duidelijk van
invloed is op zijn waarnemingen. Twee voor
Schouwen kenmerkende soorten, die Resoort
wat uitgebreider beschrijft, worden er hieronder
uitgelicht.
De prachtige boomgaard waarin gekampeerd
werd, is zoals bijna ieder boomgaardje, veranderd
in een bungalowpark. Wel staan er tussen de wo
ningen nog wat oude fruitbomen.
Zilvermeeuw
Voor 1938 worden in "De vogels van Schou-
wen-Duiveland" 5.000 paar vermeld. Een aantal
dat ondanks het rapen van de eieren door de
plaatselijke bevolking, groeiende was. Onder
meer door het leggen van mijnenvelden in de dui
nen, kon er gedurende de Tweede Wereldoorlog
weinig geraapt worden, waardoor de populatie
toenam tot ca.20.000paar. Hoewel men na de oor
log weer begon te rapen, werden in 1954 nog
18.000 paar "geteld". Resoort schat het aantal
broedparen op maximaal 2.000 paar.Twee maan
den na het begin van het broedseizoen is wel erg
laat om aantallen vast te stellen, een groot deel
van de vogels heeft er vanwege het rapen dan al de
brui aangegeven. Zijn schatting zal beslist te laag
zijn. Maar de soort werd in die tijd nooit systema
tisch geteld en mogelijk aanzienlijk overschat.
Dat er op grote schaal geraapt werd, wordt uit het
verslag wel duidelijk.
Grote Stern
In de literatuur is er over het aantalsverloop van
23