Verslag van de vinkenbaan te Westenschouwen over 1999 Blauwe Reigers indubio:wegtrekken of hierblijven? Foto:HenkHannsen. A. van Ree Seizoensverloop We sloten een gemiddeld jaar afzonder specta culaire vangsten. Er zijn geen dwaalgasten te ver melden, met uitzondering van een Sperwergras mus op 6 oktober, die we op 9 oktober nog een keer vingen. Geen snelle doorstromer. Er waren geen traditionele invasievogels, be halve een langdurige instroom van Pimpel- en Koolmezen. Tot onze verrassing droeg één van deze Koolmezeneen Litouwse ring. Bijzonder dat we deze Litouwse koolmees na vier dagen (op 30 oktober) weer terugvingen. Ook geen snelle doortrekker dus. Een derde bijzondere blijver betrof één van de vier Draaihalzen, die we deze herfst vingen. Na zeven dagen vingen we deze wat geheimzinnige klant terug. Je zietze bijna nooit op de herfsttrek. Ze scharrelen wat tussen het struweel en plotse ling hangen ze in een net. Behalve de Litouwse koolmees vingen we nog een Braamsluiper met een Engelse ring en twee "Noren": een Graspieper en een Keep. We heb ben over deze vier gevallen nog geen gegevens terugontvangen. Aangezien we een Gele Kwikstaart de winter hadden overgehouden, konden we met behulp van deze lokvogel eind augustus (25e) al de eerste trekker verschalken. Tussen de 41 gevangen exemplaren zaten 2 Noordse en 2 Engelse Gele Kwikstaarten. Er blijven er dus 37 over van de no- minaatvorm Motacilla flava flava. In vorige jaren vingen we er wel eens zestig of zeventig. De aan tallen op de "kustweg" lopen wat terug. Over de hoofdtrekroute, door het Rijndal, zijn ons geen gegevens bekend. Nog een afname zien we bij de aantallen door trekkende Blauwe Reigers. Ik zie sommige lezers 1

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 3