Verlaten kooihuis Westerse Laagte, ca. 1910 (coll. Joop Deurloo, Haamstede)
Groene Duin het gebied in. Hemelsbreed was het
dan 2 km naar de Westerse Laagte, maar waar
schijnlijk moest om de verschillende hillen heen
wel 3 km door het zand gegaan worden. Het is niet
waarschijnlijk dat men over het strand ging en de
weg via de vuurtoren was zeker te lang.
Tot 1903 heeft men het 20 jaar tussen de stui
vende duinen volgehouden.Tussen 1890 en 1900
heeft Teunis Rosmolen er (vanaf 1893 met z'n
gezin) gewoond als kooiker. Naar hem zijnTheu-
nisseshil en Theunisseshilput genoemd, ten on
rechte met Th geschreven. Hij was overigens de
grootvader van Teun Rosmolen uit Zierikzee, be
stuurslid van de Vogelwacht.
Het kooihuis
Het kooihuis, dat vrij groot was, werd tevens ge
bruikt als pleisterplaats voor jachtgezelschappen.
Nadat met hulp van een grote groep drijvers de
heren jagers vele konijnen hadden geschoten,
werd aan lange tafels in de woning van de kooiker
de maaltijd gebruikt. De 'catering' werd verzorgd
door hotel Bom in Haamstede, die de spijzen in
'hooikisten' aanvoerde.
Van 1900 tot 1905 is het huis nog bewoond ge
weest door P. de Muil nik en M. de Vrieze, maar ge
kooid is er na 1903 niet meer. Op de zeldzame foto
uit de collectie van Joop Deurloo die hier is afge
beeld,zien we het verlaten kooihuis van ongeveer
7 bij 10 meter.Het huis had een asymmetrisch dak
dat gunstig was ten opzichte van de zuidwesten
wind. We kijken op de zuidoostgevel.De luiken in
de zijgevel zijn dichtgetimmerd, een van de dak
goten ontbreekt en het zand staat tot de voordeur.
Naast het huis is een uitholling in de vallei te zien,
die door de valwind is veroorzaakt. Aan die kant
zijn de oude dennen van de proefneming van Sta
ring uit 1863 al verdwenen. De stobben vond Nico
Lysen omstreeks 1935 terug.
De foto moet van ongeveer 1910 zijn en de
dame in modern kostuum is er op een wandeling
terecht gekomen. Haar metgezel zit achter een
bosje en het hondje hoort er ook bij .Het bouw- en
weiland was in 1910 geheel verwilderd en be
groeid met Liguster, bramen en Berk. In 1915 was
de Westerse Laagte een stuivende vallei en de
vangpijpen en kooiplas waren voor een deel aan
de noordkant volgestoven. Bij de september-
storm van 1911 is een deel van de kooiplas volge
stoven. Het paalwerk en de schuttingen zijn toen
geveld en ondermijnd.
In de Eerste Wereldoorlog schijnen er soldaten
5