Landschap 19toen
Rest kooiplas in 1910. Vanuit het westen naderen de tongvormige uitlopers van een stuivend duincomplex.
(foto: F. F. P. Bins, latere uitgave Ochtman, Zierikzee
van de Kustwacht gebivakkeerd te hebben. Uit de
tijd tussen 1920 en 1925 is nog een getuigenis van
de schilder Waalko Dingemans uit Westenschou-
wen die veel door de duinen wandelde. Via een
duin kon je toen aan de ene kant op het schuine
dak stappen en aan de andere kant kroop je via de
funderingen in de lege kamers. Dingemans Sr.
heeft er toen op een witte muur met houtskool nog
een span paarden getekend. "Wat een actie, wat
een kracht", schreef z'n zoon later. De resten van
het kooihuiszijn tenslotte in 1935 afgebroken en
het puin in een duinput gestort.
Op excursie met Vijverberg
Tenslotte vond ik nog een aardig verslag over
een excursie van de "Nederlandsche Vereeniging
tot Bescherming van Vogels" naar dit gebied op 28
mei 1921. Een groep van 70 vogelvrienden reisde
vanuit Rotterdam met de "Maasnymph" naar
Zierikzee, vrijdag heen en zondag weer terug:
zeven uren varen per keer! Op Schouwen had J.
Vijverberg de organisatie in handen. Hij had ruim
twintig auto's gecharterd en die stoet reed op za
terdagmorgen langs de inlagen naar de duinen.
De bevolking was uitgelopen om de mensen van
"Vogelbescherming" te zien. Na een bezoek aan
de "kluiten" (Kluten) van de eendenkooi onder
Ellemeet lokten de blonde duinen van Schouwen.
Bij het Zandgat achter Haamstede werden de
broodjes verorberd en gingen de vogelbescher
mers in vier groepen verder. Eerst liep men achter
Burgh door de lage duinen waar in de valleitjes
nog water stond. Wilde eenden, talingen. Kievi
ten. Scholeksters, Tureluren en Wulpen broedden
daar. In de Meeuwenduinen hadden naar schat
ting 300 paar Zilvermeeuwen hun nest. Achterin
het duin bij de Westerse Laagte broedden stern
tjes en werd ook de Slrandplevier gezien. In 1918
fotografeerde Johannes Vijverberg daar de
Dwergstern, broedend op een kale zandvlakte
waarop verspreid slechts wat dode Vliertakken en
stukjes Duindoornwortel lagen.
Te midden van het stuifzand lag de verlaten een
denkooi. "De plas is nog ten deele blijven bestaan
en eenden en kleine karekieten hielden zich daar
in op. En in de dichte haag van vlier huisden zwar
te lijsters, fitissen en grasmusschen; in de kruip
wilg in de nabijheid lag het nest van een
zomertaling met negen eieren".
De laatste foto laat de situatie met Kerstmis
1932 zien. De eendenkooi is geheel onder het
stuifzand verdwenen, de wilgen die bij de plas
6