Regelmatig komen er groepjes aan die al commu
nicerend een paar rondjes vliegen en dan een
plekje zoeken tussen de aanwezigen.
De paarden lopen in de Kolonie. Even aaien.
Wat een zachte neus.
We lopen richting Oostvijver waar de eerste
vangtent staat opgesteld. Tijdens de wandeling
verzamelt Sjarel veren. Nogal wat vogels zijn in de
rui dus is er overal wat te vinden. Zo vinden we
veren van Wulp. Kievit, Blauwe Reiger. Zwarte
kraai, Nijlgans en meeuwen. Meeuwen zitten er
opvallend veel. De oorzaak daarvan blijkt gele
gen in het feit dat er kort geleden schelpen voor
verharding in het trekkerspoor gestort zijn. Ze
zijn kennelijk pas opgevist, want deels bevatten ze
nog resten van schelpdieren. Gezien de samen
stelling: vooral Muiltjes en Japanse oesters, over
duidelijk uit de Grevelingen afkomstig.Trouwens
knapen van oesterschelpen daarbij! Daar is in
kringen van oestervissers weer het nodige om te
doen. Het liefst zouden ze hebben dat al deze
Creusesoveral werden weggevist, want door de
sterke toename van de Japanner wordt de com
mercieel veel interessantere "Zeeuwse" of Platte
oester, weggedrukt. Bovendien heeft de Platte
oester sterk te lijden van een oesterparasiet, waar
voor de Japanse soort ongevoelig is. Kommer en
k wel bij de oesterboeren. Ook palingvissers zijn er
niet blij meer, want de vlijmscherpe schelpen kun
nen een over de bodem schurende palingfuik flink
beschadigen. En voor recreanten met blote voe
ten is het uitkijken, zoals menigeen langs de Oos-
terschelde en de Grevelingen inmiddels heeft er
varen.
Intussen is er een onderzoek gestart naar de in
vloedvan de massale toename van de Japanse oes
ter op de bestanden van andere schelpdieren. Ze
eten immers allemaal uit dezelfde ruif.Toename
van de ene soort betekent meestal afname van an
dere. Meer oesters en minder Kokkels is niet leuk
voor de Scholekster, wiens snavel geen oestermes
is. Anderzijds is het voor de onderwaternatuur be
slist geen ramp. Op de oesters groeien tal van on
derwaterdieren en algen. In lege oesterschelpen
brengen grondels hun broed groot. Het lijkt me
beter dat de onderwaterbodem buiten de oester
percelen met rust gelaten wordt.
Bij de Oostvijver gaat een veertigtal Wintert
alingen er in een snelle vlucht vandoor. De pot is
vlug verwisseld. Thuis zal de inhoud minutieus
worden doorgenomen. We vervolgen de wande
ling nu langs het struweel, dat vooral uit Duin
doorns, Vlieren en bramen bestaat. Bramen zijn in
55