Slotbos Haamstede Broedvogelinventarisatieszijn een belangrijke activiteit van de Vogelwerkgroep. Al sinds 1986 worden bijvoorbeeld het Zeepe en Slotbos Haamstede systematisch onderzocht in het zgn BMP: Broedvogel Monitoring Project. Een lan delijk onderzoek.aangestuurd door SOVON. Het blijkt een zeer waardevol project, omdat er bij di verse soorten duidelijke trends opvallen. Zelf inventariseerde ik (in dit kader) hel Slot bos Haamstede acht jaar aaneengesloten op broedvogels van 1991 tot en met 1998. In deze pe riode bemerkte ik een dramatische afname van de aantallen broedgevallen van de Spreeuw: Figuur 1Aantal broedparen Spreeuw in Slotbos Haam stede Begin jaren '90 telde ik nog bijna twintig paar. Vergeleken met een onderzoek van vijftien jaar eerder door A.M.M. van Haperen (1979) die er nog 30-40 paar aantrof, een behoorlijke achteruit gang. Maar de vrije val zette zich voort: ca. 8 paar in '93,4 paar in "95 en in 1998...niets! Een ander werkgroeplid. Geek van Went. die de telling van het Slotbos van mij overnam, trof in 1999 gelukkig weer 1 (schamelpaar van de soort. De Schouwse Westhoek Hoe armetierig het is gesteld met de Spreeuw als broedvogel in de andere natuurgebieden in de Westhoek komt naar voren in o.a. het rapport van J.W.Vergeer (1998). Hij publiceerde de gegevens van in 1998 geinventariseerde natuurgebieden: Boswachterij Westenschouwen. Meeuwendui nen, Zeepe, Slotbos en Vliegveld Haamstede. En geloof het of niet: zelfs na intensief onderzoek werden in al deze gebieden slechts 2 broedpa ren van de Spreeuw gevonden. In 1983 inventari seerde de Vogelwerkgroep de Boswachterij en vond alleen daar al bijna 30 broedgevallen(Sluij- ler 1983). A.M.M. van Haperen (1979) onder zocht in 1979 het gehele duingebied en stelde "de Spreeuw is een algemene broedvogel. die echter alleen voorkomt in het opgaand geboomte in de binnenduinrand en op en rond huizen en gebou wen". Ook het natuurgebied 'Het Watergat' bij Renesse biedt geen soulaas. Het gebied wordt jaarlijks geïnventariseerd sinds 1993; er broeden geen Spreeuwen (Sluijter en de Kuiper in prep.) In 'De Vogels van Schouwen-Duiveland' (1986) staat "jaarlijks broeden op het eiland ca. 8 a 9.000 paar Spreeuwen, waarvan ca. 5.000 paar in het duingebiedHet mag duidelijk zijn dat dit aantal inmiddels fors moet zijn afgenomen. Waar broeden nog Spreeuwen in de Westhoek? Bovenstaande maakt duidelijk dat de Spreeuw de Schouwse natuurgebieden resoluut de rug heeft toegekeerd. De afgelopen 20 jaar is sprake van een vrijwel volledig verlaten van deze -op zich toch geschikte- broedgebieden. In en rond de dorpen in de Westhoek komt de soort nog wel voor. Het is echter niet geheel duidelijk of ook hier sprake is van afname. Broedvogeltellingen in het noordelijk deel van Renesse uit de eerste helft jaren tachtig duiden ook daar op achteruitgang: in 1984 bijna 30 paar, in 1986 nog slechts 9 paar. Van diverse inwoners van de binnenduinrand hoor ik echter geen opwekkende geluiden. Ook zij melden mij dat de Spreeuw op en rond huizen "beslist in aantal is geminderd de laatste decen nia". De soort komt in ieder geval nog algemeen voor in de dorpen van de Westhoek. Daar wordt voornamelijk gebroed onder dakpannen en in nissen/spleten van oude gebouwen. Het is maar de vraag of de afname in natuurgebieden wordt ge compenseerd door toename in de (uitbreidende) bebouwing van de dorpen. Oorzaken Het aangeven van de reden van de dramatische afname is niet eenvoudig. Zoals reeds gemeld, is de Spreeuw een holenbroeder. Ik kan mij moeilijk voorstellen dat een afname van natuurlijke boomholten de hoofdoorzaak is; dan zouden ook andere holenbroedende soorten in hel gebied als Holenduif, Kauw en Mezen duidelijk in aantal moeten afnemen. Dit is niet het geval. Wel moet worden aangegeven dat b.v. de Iepziekte veel oude Iepen doet verdwijnen. Misschien is de be- 34

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 4