De Pl unje anno 2000. Foto:John Beijersbergen. nog iets betekent, blij ft mij voorlopig duister. Tot slot Het laatste woord over de naam Prunje is niet gezegd. Wel lijkt het er op, dat de Prunjepolder al vóór de komst van de stolpen rond 1600 was be- kaad en dat er middels bemaling aan peilbeheer werd gedaan. De Prunjepolder was een agrari sche enclave omgeven door lage moerlanden, uil gegraven gronden en open water! Mijn dank gaat uit naar de heren F. Beekman, T. W. Rosmolen en H. Uil voor hun waardevol com mentaar. Literatuur (1Beekman,F. (1985). De polders op de kaarl. Kroniek Slad en Lande 10, pp 7-20. Zierikzee. (2)Beekman,F (1994). Natuurlijke historie van Schouwen-Dui- velancl in 1811. Sterna 39,pp. 44-45. (3)Beijersbergen, J. J. de Maat. (1996). Gebiedsvisie voor de zuidkust van Schouwen. Provincie Zeeland,Middelburg. (4)Fokker, A.J.F. (1909). Schouwen voor 1600. Lakenman &Ochlman, Zierikzee. (5) Fokker.A.J.F. 1908). Schouwen van 1600-1900. Lakenman Ochtman,Zierikzee. (6) Rosmolen. S.( 1996). Schriftelijke correspondentie, Renesse. (7)Hekker,R.C. (1985). De Schouwse stolp. SHB, Arnhem. (8) Ermerins, J. 1747) Enige Zeeuwsche Oudheden uil de echte stukken opgeheldert en in het licht gebracht, 8 dln. Middelburg 1780-1797. En verder: Meertens,P.J. 1944). De betekenis van de Nederlandse familie namen. M eertens, P. J. 1947Zee u wse familienamen. Meertens, P.J. (1944). Zeeuwse familienamen van plaats- en veldnamen afgeleid. Schönfeld, M. (1980). Veldnamen in Neder land. weg met een dreef langs de rand van het moeras. Evenals het Rietveld aan de andere kant van de weg in het Vlake zijn deze stolpen pas aan het eind van de 18de eeuw gebouwd omdat weidebouw er niet eerder mogelijk was. De kade van de Prunjepolder liep eveneens langs de Serooskerkse vaart aanvankelijk tot Hoosjesheul en later de Molenvaart, volgde oos telijk de rand van het moeras en boog ten zuiden van de Groene vaart af naar Serooskerke. Opmer kelijk is dat uit het onderzoek van Hckker (8) op basis van de Hattingakaart van 1752 geen stolpen uit het Prunjebevang bekend zijn. Waarschijnlijk is dat een gevolg van het feit dat al vóór de komst van de stolpen rond 1600 de Prunjepolder be woonden bekaad was. De bebouwing bevond zich met name langs de Serooskerkse vaart in de vroe gere, hogere bedding van de Gravelinge van Ser ooskerke tot Hoosjesheul. Vanuit die kant zal de bekading hebben plaatsgevonden. In het veldboek van 1676 wordt onder het eerste bevang Prunje verder genoemd: "Hierin 3 geme ten vroon.genaempt Pruijncxhof, met alle de hil- len (vogeleilanden).loopende lancx de wegttnog 225 gemeten vroon en 2 gemeten 200 roeden zuyt Engelboutsweel". Wat direct opvalt is de naam Pruijncx.die toch wel erg lijkt op de naam Prunje. Als het hier de naam van een persoon Pruijncx be treft en de naam Prunje hiervan is afgeleid, zou dus voor de zoveelste keer en naar goed gebruik de aanduiding van een gebied afkomstig zijn van de naam van iemand die daar vroeger heeft ge leefd. Of de naam van de persoon Pruijncx ook

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 11