De stolp Het Rietbosch ten westen van de Slikweg. Foto uil Mekker (1985). Ellemeet. dat de naam in de Franse tijd zou kun nen zijn ontstaan. In 1996, de tijd. dat ik studie maakte van ecologie en hydrologie van "het lage land" voor het schrijven van de provinciale uit werking van Plan Tureluur, de Gebiedsvisie voor de zuidkust van Schouwen(3), hebben Bram Coomans en ik een winteravond langgeboomd in huize Rosmolen over de situatie van vóór de ramp. Daarbij kwam ook de naam Prunje ter spra ke. De theorie van Rosmolen gaat als volgt: het ge bied was vroeger geheel begroeid met zeekraal en lamsoor zeeaster),dat in de nazomer een rood- paarse (zeekraal is rood en zeeaster is paars) kleur had. Als nu begin 1800 de Franse prefect van Zier- ikzee door de Prunje met de schuit naar de West hoek voer, noemde hij dit hel "prune" (Frans voor roodpaars) gebied. Door verbastering van het woord "prune" is mogelijk het woord "Prunje" ontstaan. Het verhaal is aardig, maar uit spitwerk in de boeken van Fokker (4.5) blijkt.dat de naam Prun je veel ouder is. Over moeren, bevangen en polders Voor het vervolg is het van belang het oude kaartwerk in het onderzoek te betrekken. Wat op valt is dat de naam Prunje vóór de 19de eeuw op de landkaarten niet voorkomt. Er wordt gesproken over moeren. Moeren is de benaming van het in de middeleeuwen uitgegraven onland van Laag Schouwen. In het begin van de 17de eeuw komen we namen tegen als Clapmutse moeren Duiven- dijken moer. Cos moeren Flaauwers moer. Wan neer een gedeelte van de moer werd ontkaad ener een molentje werd geplaatst, verschijnt op de kaart de naam "polder" met veelal de naam van de inpolderaar of eigenaar, die er ging boeren. Dat inpolderen in de Schouwse moer zal niet zo maar willekeurig zijn gebeurd, maar volgens na tuurlijke grenzen in het terrein,zoals overgangen tussen laag en wat hoger, restanten van kreekjes, langs een oud (kerken )pad door de moer of langs grotere stukken onland met rietbuiken van eer- De vroegere bevangen van Laag Schouwen naar Fokker.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 7