Broedvogels van het Watergat Ligging van het onderzochte gebied (donker omrand). Ted C.J. Sluijter en Theo de Kuiper Vanaf 1993 verrichten auteurs broedvogelonderzoek in het Watergat. In deze bijdrage doen wij verslag van onze bevindingen in de jaren 1993 t/m 1999 en vergelijken onze resultaten met eerdere onderzoeken in dit gebied. Deze onderzoeken werden o.a. gehou den door A.M.M. van Haperen in 1975 en J.W.Vergeer in 1986. Terrein Het door ons onderzochte terrein (zie fig 1is gelegen in de Oosterenban van Schouwen, ten Noordwesten van Renesse. Het gebied is te berei ken via de Hoogenboomlaan. Het laatste stuk van deze laan doorsnijdt precies de twee onderzochte delen. Het oostelijk van de laan gelegen terrein is voor een belangrijk deel een voormalige elzen- hakhoutcultuur. Nog steeds is de Zwarte Els hier een bepalende soort, hoewel er een flinke opslag is van o.a. Zachte Berk.Ten zuiden van deze hak- houtcultuur lag voorheen een schaars begroeid terrein. Opslag van met name Berk en af en toe een zeer dicht braamstruweel heeft dit terrein ge deeltelijk in (laag) bos veranderd. Hier en daar komen echter nog open plekken voor. Ten noorden van de elzenhakhoutcultuur gaat het gebied via een vochtig deel met een afwate- ringsslool over in vroongrasland. Rond de sloot groeit veel Riet. Gele Lis. Katteslaart en Dotter bloem. Westelijk van de laan ligt een nat en zeer laag gelegen gedeelte. Voor de helft bestaat dit uit gras land 'duinweide' met volop opslag van o.a. Kruip wilg, maar ook veel vochtminnende planten als Gele Lis. De andere helft wordt ingenomen door de een denkooi met omringend geboomte met Abeel. Wilgen Els als bepalende soorten. Geschiedenis Het Watergat heeft een buitengewoon interes sante geschiedenis. Al in de Middeleeuwen werd het gebied extensief agrarisch gebruikt. In dit natte gebied werden daartoe greppels gegraven. Met de uitkomende grond, gewoon arm zand. 74

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2000 | | pagina 12