Winterwaarnemingen van Grote Sterns
langs de Brouwersdam
Gerard L. Ouweneel
Op 30 december 1972 had langs de toen recent voltooide Brouwersdam voor Nederland
de eerste winterwaarneming van een Grote Stern plaats. Een paar weken later, op 20
januari 1973, zag auteur ter plekke weer een exemplaar, waarvan toen aannemelijk leek
dat het dezelfde vogel betrof. Beide malen ging het om een individu dat langs het zuide
lijk deel van de dam, ongeveer op de plek van de toen nog niet aanwezige inlaat de
Brouwersluis, vanaf de buitenzijde over de dam naar de binnenkant, naar het
Grevelingenmeer vloog. Aanvankelijk was uitgangspunt dat het ging om een incidenteel
geval. Toen echter in de volgende winter, vanaf januari 1974, zich ter plaatse weer Grote
Sterns lieten zien, vatte de mening post dat de aanwezigheid een meer structureel karak
ter kon hebben. Twintig jaar lang, tot en met winter 1988-89, volgde auteur 's winters de
presentie van Grote Sterns langs de Brouwersdam min of meer regelmatig.
Daarbij kwamen wel een paar zaken aan het
licht, maar bleven ook kwesties duister. Natuur
lijk zullen wij nooit weten of in het Brouwersha-
vense Gat toen de Brouwersdam nog niet be
stond. vóór 1972 dus, zich 's winters al Grote
Sterns ophielden. En ondanks dat enkele malen
geringde vogels te zien waren, werd tot op heden
niet duidelijk of de 's winters aanwezige Grote
Sterns Nederlandse broedvogels betreft, ze af
komstig zijn van noordelijker breedten, dan wel
dal er mogelijk zelfs vogels bij zijn van nearctische
origine, getuige de vondstvan een Grote Stern
met Amerikaanse ring op 23 december 1978 op
Noord-Beveland.'
Tussen winter 1972-73 en winter 1988-89 nam
men langs de Brouwersdam iedere winter Grote
Sterns waar, zij het in de strenge winter 1978-79
slechts eenmalig, een vogel op 3 maart 1979. Het
bleek dat tijdens periodes met winterse omstan
digheden zoals in de ell'stedentochtwinters van
midden jaren tachtig, de vogels verdwenen. Ble
ven vorstperiodes van beperkte duur. dan kon het
voorkomen dat na afloop weer sterns kwamen op
dagen. Soms ging het om gezelschapjes van be
hoorlijke omvang. Zo nam men op 15 januari 1982
14 exemplaren waar en op 26 december 1983 12
stuks. Meestal waren heter minder dan 10. Het ge
deelte van de Brouwersdam gelegen tussen de
Brouwersluis en de noordkust van Schouwen,
zowel buiten- als binnenzijde dam.bleef de strook
waarin de 's winters aanwezige sterns zich leken te
concentreren. Incidenteel waren er overigens
ook waarnemingen elders langs de dam en trou
wens ook van elders langs de Nederlandse kust.
Periode 1990-2000
Tussen 1990 en 2000 namen de winterwaarne
mingen af. In 1989-90 nam ik langs de Brouwers
dam tussen 16 december en 17 februari nog op 6
data G rote Sterns waar, met maximaal 5 vogels op
23 december. Daarna werd het iedere winter min
der, zowel aantal als aanwezigheidsduur. Ook al
omdat ik soms weken aaneen de Brouwersdam
niet bezocht, durf ik niet te stellen dat de soort ont
brak, maar uit een overzichtje samengesteld uit de
doorgaans goed geïnformeerde waarnemingsru
brieken uit Dutch Birding en eigen dagboeken,
komt naar voren dat tijdens de winter 1995-96,
1996-97 en 1998-99 langs de Brouwersdam Grote
Sterns ontbraken. Voorts toont tabel 1 aan dat de
winters 1991-92,1993-94en 1997-98slechts spaar
zaam Grote Sterns opleverden.
Met winter 1999-2000 en 2000-01 keerde een si
tuatie terug zoals wij die kenden van verschillen
de winters in de zeventiger en begin tachtiger
jaren. In beide jaren waren in half-december
maximaal 8 exemplaren present. In de nagenoeg
vorstloze winter 1999-2000 bleven waarschijnlijk
een of enkele vogels hangen. In 2000-01 zag au
teur na 12 januari geen Grote Sterns meer. Op die
datum vloog nogeen exemplaar boven hel trailer
haventje aan de buitenzijde dam, tegen de kust
van Goeree.Voorts wasereen individu aan de bin-
zie: Nawoord redactie