Eieren rapen op de hil. Links Kees van den Hoek en rechts Gert van den Hoek (fotoRykel ten Kate,23 mei 1937). Gert van den Hoek met eiermand op de hil (foto Rykel ten Kate.8 juni 1939). Hoe het afliep op de eerste hil weten we niet. Daar broedden waarschijnlijk de Visdiefjes en Kokmeeuwen, waarvan ook de eieren werden ge raapt. De Grote Sterns die in de jaren '30 nog volop in de inlagen broedden, verdwenen er na 1960. Door de nieuwe beheersmaatregelen komen ze er hopelijk wel weer terug. In de spuiboezem van het stoomgemaal broedden in de jaren '30 ook Noordse Sterns, waarvan verteld werd dat het de zuidelijkste broedplaats van die soort was. Het verhaal -door mij in de moderne spelling overgezet- is geschreven in de vertellende stij 1 van Rykels grote voorbeeld, meester Vijverberg. Ook zien we het typisch taalgebruik van 70 jaar gele den dat we ook bij Nescio tegenkomen, zoals: vond'ie.'k en 'ni. De pachter van deze inlagen was in 1933 Kees van den Hoek,bij de burgerlijke stand bekend als 'visscher-landbouwer'. Hij viste op paling.de vo geleieren verkocht hij in Zierikzee en ook boerde hij achter de inlagen. In 1929 kwam hij op de boer derij die in het begin van de Flaauwers Inlaag lag. Zijn broer Bram van den Hoek was toen nog vrij jong, op 50-jarige leeftijd,overleden. Diens zoon Gerrit of Gert van den Hoek was in dat jaar 1 Ojaar oud en groeide daarna op in het gezin van Kees van den Hoek. 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 7