'Die Visarend zal je nog lang heugen....!' Gerard L. Ouweneel Voor vogelbeschermers en dus ook voor vogels was 1999 een memorabel jaar. Vogelbescherming Nederland vierde het honderdjarig jubileum en de Natuur- en Vogelwacht Schouwen-Duiveland het vijftigjarig. Een eeuw of en halve eeuw maakt veel uit, maar als het gaat om groei in belangstelling voor vogels toch weer niet zoveel. Want of wij nu 1899 of 1949 nemen, in beide jaren werden lieden die het veld introkken om van vogels te genieten door het publiek ais tamelijk zonderling beschouwd. En hoewel Midas Dekkers op het jubileumsymposium van de Vogelwacht in Zierikzee moeiteloos een uur over vogelaars en hun gedrag kon uitwijden, zal het deze verder worst zijn of ze nu zonderling worden bevonden of niet. In het jaar 2001 betekent voor vele duizenden lieden iedere dag buiten bij de vogels: schoonheid, emoties en niet zel den merkwaardige ervaringen. Breskens 9 mei 1998. Na wekenlang misère met het weer en weinig vogeltrek, ging de vorige dag de wind om naar oost. In Breskens betekent oostenwind veel vo gels. Het was direct raak. Met een stroom zwaluwen, kwikstaarten en piepers barstte de voorjaarstrek los, met als hoogtepunt een Alpen gierzwaluw. De vogellijn stond bol van breskens- nieuws en vandaag, zaterdag, staan prompt hon derdvijfentwintig vogelaars op Nederlands' beroemdste voorjaarstrektelpost. Met de zintui gen op scherp en alle poriën open voor pure voge laarsvreugde. Het wordt een van de beste dagen uit Breskens" roemruchte geschiedenis. Een melkweg van vogels passeert, terug uit Afrika en op wegnaar de broedplaatsen.Bij de intens in hun sas zijnde vogelaars slaan de stoppen door als ach tereenvolgens voorbijkomen een Rose Spreeuw. Vorkstaartplevier en een Bijeneter, rariteiten waarvoor ze normaal naar de andere kant van Eu ropa reizen om die te zien. Dan komen vanuit het zuidwesten negen Witte Ooievaars aan. Cirke lend nemen de vogels boven de trektelpost hoog te om dan de monding van de Westerschelde over te steken. Een van de honderdvijfentwintig voge laars begint te applaudisseren. Allen vallen bewo gen bij. zodat die negen Witte Ooievaars bij aan komst op onze breedte een luide ovatie krijgen. Dat kon slechter. Was het applaus de gemoeds ontlading van die magnifieke dag voorjaarstrek met het ene hoogtepunt na het andere? Gaf het imposante tafereel van die negen de doorslag? Of had de collectieve vreugde te maken met het ge voel getuige te zijn van zo'n zelden voorkomende massale tre kdag, er bij te zijn. het gevoel te krijgen er deel van uit te maken? Enfin, onnodig om Freud te raadplegen. Maar veelzeggend is dat een van degenen die daar toen ook op de Westerschel- dedijk stond, een vogelaar die al ruim een halve eeuw meeloopt, bekende dat de emoties hem bij dat oplaaiende applaus te machtig werdem'kan je je dat voorstellen, Gerard?' vroeg hij later. Dat kon ik. Noodstop Met welke dagelijkse beslommeringen ze ook bezig zijn. via hun ooghoeken blijven vogelaars altijd attent op hetgeen zich in de lucht afspeelt. Dat geeft wonderlijke complicaties. Vergezeld van twee Britten en een Fransman reed ik eens, eind-april.naar Limburg. In de auto een druk ge sprek omdat in Roermond zakelijke zwarigheden op oplossing wachtten.Tussen Tilburg en Eindho ven, hoog cirkelend boven de A58. een ooievaar. Wit of zwart? Het leek een zwarte. Auto op de vluchtstrook, kijker onder de bestuurdersstoel vandaan en naar buiten. Een Zwarte Ooievaar! Ongeacht de afloop van de Roermondse moei lijkheden. kon voor mij die aprildag niet meer stuk. Verder rijdend begon ik aan de uitleg. De Britten toonden wel begrip voor het verhaal. De Fransman zweeg. Bij grote emoties vergeet de vogelaar alles om zich heen. Genietend van de vele Scharrelaars in Zuidoost-Rusland bekende Wim 'bij mijn eerste 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 8