Oude namen voor Roerdomp en Kluut Een vogelaar op Schouwen in de 17de eeuw kan bij het zien van deze vogels hebben uit geroepen: "Kijk, een putoor en een sliet"! De naam 'putoor' voor Roerdomp werd zeker op Schouwen-Duiveland gebruikt, van 'sliet' of 'sluif', de oude naam voor Kluut, weten we dat niet zeker. Studieblad uit 1653 van Pieter Holsteyn (collectie Groninger Museum) met afbeelding van Roerdomp en KluuU'een slijcff. Bij vogelnamen komt lietgeluid.de merkwaar dige lichaamsvorm of de typische beweging van de vogel tot uiting. Voor de Roerdomp en de Kluut zal dat hier bespoken worden1 De vele streeknamen van vogels hebben een rol gespeeld toen in de vorige eeuw er eenheid kwam in de vogelnaamgeving en een bepaalde naam de voorkeur kreeg. Roerdomp De naam geeft de mysterieuze roep weer, die vooral in de paartijd vanuit de rietvelden klonk. De Franse benaming'bulor' is afgeleid uit het vul- gair-Latijn 'buti-taurus' en betekent 'boeroepen als een stier'. Het Vlaamse 'puitoor" en het Oost Zeeuws-Vlaamse 'putoor' zijn daaraan verwant. Jachtordonnanties uit 1623 en 1650 in Zeeland noemen deze rietvogels "putoren'. Ze werden in die tijd net als reigers graag gegeten. Kluut Bij de naam Kluut is de kenmerkende roep ver woord. In het Duits heet deze vogel 'Sabelschna- bler' naar de slanke sabelvormige snavel. De be tekenis van het Engelse'avocet" is onbekend. Men komt begin 20ste eeuw nogal eens 'Kluit' tegen. Hier dacht men netjes te spreken en het dialec tisch geachte'Kluut'te vervangen door'Kluit'.net als bij de woorden 'huus' en 'huis'. Bij 'slief zie ik het werkwoord slepen,sliepen of slijpen, dat de beweging van de snavel van de Kluut door de zachte modder goed weergeeft. Denk ook aan de uitdrukking 'sliep-uit' met de beweging van de vingers erbij en ook aan de scha rensliep die de messen kwam slijpen. Niet de roep of de vorm, maar de kenmerkende beweging leidde tot de naam 'slief'. Frans Beekman Henk Blok en Herman ter Stege, De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis, 1995. 31

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 33