"1 fc IJNu» IM J Een winterse samenscholing van Rotgans. Smient en Pijlstaart. Foto: Henk Harmsen. Ganzen). Polder Den Bommel leverde 2.000 ex., de Krammerpolder 1.500,de Scheelhoek 1.620,de Zuidelijke Slikken 1.500 en op en rond het Zui- derdiep waren toen 880 Grauwe Ganzen. Hier is weer sprake van een duidelijke indicatie dat het aantal Grauwe Ganzen in Nederland en zeker ook op Goeree-Overflakkee toeneemt. Het is dan ook uitermate verstandig dat een breed platform de problematiek van de boeren voor wat betreft de ganzen, nader gaat onderzoeken. Het is te hopen dat er verstandige regelingen kunnen wor den getroffen, die zowel voor de boeren als voor de ganzen "acceptabel" zijn. Net na de novembertelling kwamen de Brand- ganzen binnenvallen. In december waren dat er ruim 15.000 en dat is voor onze begrippen (van de laatste jaren) niet zo veel. Maar in januari stopte de teller pas bij 41.768 ex. Dat is bijna 10% van de op dat moment in Nederland aanwezige Brand- ganzenOp de grasgorzen van Stad waren er 7.000 en in de buurt van de Westplaat (Middelharnis) ongeveer 7.200. De Zuidelijke Slikken met de aangrenzende polder Diederik leverden 6.200 Brandganzen. de Kwade Hoek 3.700. de Oude Oostdijk 4.000 en de Zuiderdiepgorzen met de Scheelhoek 9.600. Iedere organisatie die op deze dag zijn ganzenexcursie heeft gehouden, had het niet beter kunnen treffen. In februari werden meer dan 30.000 Brandganzen geteld, waarvan alleen al op de Westplaat buitengronden een slor dige 10.000 ex. Zelfs in maart waren veel Brand ganzen te bewonderen op Goeree-Overflakkee. Vooral op de Stadse gorzen (6000 ex) was het toen nog mooi ganzen kijken. De Rotgans scoorde wederom laag. De voed selsituatie in de Grevelingen en het Krammer/- Zoommeer is in ieder geval voor de Rotgans dui delijk minder dan een aantal jaren geleden. Toen waren 1500 tot 2000 Rotganzen geen uitzonde ring. Nu blij ven we vaak onder de 1000 ex. Een uit schieter beleefden we nog wel in november toenl443 Rotganzen geteld werden, waarvan 935 rond Ouddorp en Markenje en 402 bij het haven tje van Battenoord. Hier was sprake van een trek- beweging. Van de andere ganzen sprong qua aantal alleen de sterk oprukkende Nijlgans eruit, lil november werden 268 ex geteld, wel een honderdtal minder dan vorig jaar. Regelmatig werden Canadese en Indische Gans gezien. De Dwerggans werd slechts een keer opgemerkt.. Sneeuwganzen zien we iets vaker en de Blauwe Sneeuwgans werd in februari en maart (3 ex.) waargenomen. 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 14