Een roofvogel,die wel heel zelden voorkwam, was de Ruigpootbuizerd. Slechts in drie maanden werd deze soort vastgesteld en geen enkele keer meer dan 1 ex. Uit het overzicht van heel Zuid- Holland bleek, dat de Ruigpootbuizerd afgelo pen winter maar sporadisch voor kwam. Volgend jaar beter? We houden het in de gaten. Het aantal Torenvalken stemde tot tevreden heid. Na een paar mindere jaren zit de stijgende lijn zit er weergoed in. De wisselwerking tussen de Buizerd en de Torenvalk gaat ook deze keer op. Als het aantal Buizerds iets minder wordt, gaat de Torenvalk juist vooruit. In december werden er 69 geteld,hetgeen dus meer is dan het hoogste aantal Buizerds. Een aantal zachte winters en goede mui zenjaren hebben deTorenvalk goed gedaan. Het Smelleken wordt niet zo heel vaak gezien. Soms komen we tot 5 exemplaren, maar meestal tellen we er minder. Als deze kleine valk op de grond rust. is de kans dat we hem missen groot. Een Smelleken wordt meestal waargenomen als hij bezig is aan zijn karakteristieke, uiterst lage jachtvlucht. De Boomvalk is een zomervogel, maar waarne mingen in oktober komen regelmatig voor. Afge lopen winter werd een late Boomvalk gezien boven Het Oudeland van Ouddorp. Het was een mooie winter voor wat betreft de Slechtvalk. In november waren 5 ex. boven het ei land aan het jagen. Twee op de Krammerse Slik ken, een bij Stellendam, een bij Ouddorp en ten slotte een exemplaar dat voor grote paniek zorgde onder de overtijende watervogels op het Slik van Battenoord. Zwanen Van de grote aantallen Knobbelzwanen van een aantal jaren geleden is niet veel meer over. Zo werden inl993 in december 404 ex. geteld. Nu moesten we het doen met 77 ex. in maart en in de andere maanden was het nog minder. Ruien doen ze nog wel in het Krammer-Zoommeer, maar daarna zijn ze snel verdwenen. De voedselsituatie voor zwanen is duidelijk achteruit gegaan. De ont wikkeling van Blauwwieren heeft de vegetatie doen afnemen. Vanaf 1990 hebben we een periode gekend van ongeveer 6 jaar met een sterke opleving van over winterende Kleine Zwanen. Vijf- tot zevenhon derd exemplaren waren geen uitzondering. Na Tabel 3. Getelde aantallen zwanen op Goeree-Overflak- kee in de winter 2000-2001 soort maand okt. nov. dee. jan. febr. nirt Knobbelzwaan 52 29 35 31 44 77 Kleine Zwaan - 76 136 147 23 - Wilde Zwaan - - - - 2 - Zwarte Zwaan 10 9 1 3 2 1 1996 liep de presentie weer drastisch terug. De on geveer 150 Kleine Zwanen die we nu nog hebben waren meestal te vinden op de akkers van Oost en Midden-Flakkee. De vrij zachte winter zorgde ervoor dat slecht enkele Wilde Zwanen de weg naar Goeree-Over- flakkee wisten te vinden. Bij de meertjes bij de kruising van de Grevelingendam met de Philips- dam hebben een aantal weken twee Wilde Zwa nen vertoefd. Zwarte Zwanen zijn een gebruikelijk beeld ge worden op de Krammer. Kraaien De populatie van de Vlaamse Gaai is weinig aan schommelingen onderhevig. Al jaren komen we in onderzochte telgebieden nog niet tot 20 exem plaren. Alleen in sommige jaren als er sprake is van een (doortrek)invasie, kwamen we een stukje hoger uit. Maar er is meer bos gekomen, dus wie weet. We weten zeker dat niet alle Eksters geteld worden, omdat een aantal (vooral duingebieden) niet onderzocht worden. Ook zonder die gebie den kunnen we vaststellen dat het voor de wind gaat met de Ekster. In februari werden zelfs 460 ex. geteld. De eeuwige discussie, of het dan wel goed gaat komen met onze zangvogels, zal wel weer oplaaien. Winterse Kauwtjes kwamen in grote groepen Tabel 4. Getelde aantallen kraaien opGoeree-Overllak- kee in de winter 2000-2001 soort /maand okt. nov. dec. jan. febr. mrt Vlaamse Gaai 19 18 18 14 14 13 Ekster 231 274 359 321 460 306 Kauw 945 936 1503 1244 1810 1102 Zwarte Kraai 260 327 364 337 421 359 Bonte Kraai - - 1 - - - 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 16