Publicaties
Avifauna van Nederland 2. Algemene en schaarse vogels van Nederland
Sinds de verschijning in 1979 van de eerste nationale broedvogelatlas keek vogelmin-
nend Nederland niet zo reikhalzend uit naar een vogelboek van eigen bodem als naar
deel 2 van de Avifauna van Nederland, het deel dat de algemene en schaarse vogels
behandelt. Na het succes van deel 1, het in 1999 uitgekomen 'Zeldzame vogels van
Nederland', waarvan na 2 jaar al een herziene druk nodig bleek, waren de verwachtingen
hooggespannen. Welnu, daaraan wordt royaal voldaan.
Proficiat en complimenten voor allen die bij
deze respectafdwingende productie waren be
trokken. Kwalitatief en kwantitatief kwam een
formidabele studie tot stand zodat, mèt de ko
mende tweede broedvogelatlas, de vogelaars in
dit land ervan verzekerd kunnen zijn dat de natio
nale avifauna beschreven en geregistreerd staat
op een wijze als geen andere natie in dit wereld
deel in huis heeft. Hetgeen aan het begin van een
nieuwe eeuw en in een land dat snel van aanzien
verandert.een voldoening is. Zelfs het bijna weke
lijks nieuwe ornithologische werken produceren
de Engeland kan uit die inmiddels gebouwen vul
lende bibliotheek geen studie tevoorschijn halen
waarin men de nationale avifauna vastlegde als in
de beide delen van de "Avifauna van Nederland'.
Zover recensent bekend bezit alleen Zweden met
het in 1990 uitgekomen 'Sveriges faglar' een stu
diedie vergelijkbaar is. Bij de presentatie van deel
2 op 12 mei jongstleden deed co-auteur Kees
Camphuysen uit de doeken dat bij de initiatiefne
mers dit 'Sveriges faglar' oorspronkelijk model
stond, maar dat men dit voorbeeld spoedig had
prijsgegeven. Die initiatiefnemers waren de Ne
derlandse Ornithologische Unie en SOVON Vo-
gelonderzoek Nederland. Het betoog waarmee
Camphuysen in Amsterdam tijdens de studiedag
lOOjaar Nederlandse Ornithologische Unie' deel
2 ten doop hield, was getiteld "Van Albada tot
Bijlsma'. Om de strekking van dit betoog te be
houden voorkomende generaties vogelaars, is het
de moeite waard Camphuysens' betoog te publi
ceren. Want met de 27 pagina's aan literatuurver
wijzingen.brengt deel 2 de waarde van ornitholo
gisch onderzoek en het vastleggen van resultaten
indringend naar voren. Het was dan ook een juis
te en stimulerende gedachte deze studie op te dra
gen 'aan de duizenden vogelaars die door hun ac
tiviteiten in de afgelopen twee eeuwen het
samenstellen van dit boek mogelijk maakten'.
Tekstondersteunende foto's
Van 265 algemene en zeldzame soorten en 12 in
dit land ingeburgerde exoten geven de samenstel
lers de status, herkomst- en overwinteringsgebie-
den, trek en dispersie, verspreiding tijdens en bui
ten de broedtijd, aantallen en trends.fenologie.rui
en, afhankelijk van de soort, aanvullende infor
matie die het beeld completeren van de presentie
in Nederland. Ook al omdat auteurs (alle autodi
dacten!) ruim gebruikmaken van de mogelijkhe
den die onze taal biedt.blijft de informatiestroom
die de lezer voorgeschoteld krijgt steeds levendig
en prikkelend. Per soort wordt men als het ware
meegenomen het land in, waarbij dan een presen
tatie volgt hoe de bewuste soort hier reilt en zeilt,
thans en in het verleden. De vlotte en levendige
wijze waarop men de stof toegediend krijgt, zal er
zeker toe bijdragen dat vogelaars deze avifauna
vaak van de plank gaan nemen. Een royaal com
pliment gaat zeker ook richting fotoredactie. Nu
eens (bijna) geen beeldvullende statieportretten,
maar tekstondersteunende foto's (veel van Hans
Hut), van vogels zoals wij ze zien in het Neder
landse landschap en trouwens ook zoals de vogels
Nederland ervaren (Morinelplevier met camera
lenzen op de Maasvlakte, broedende Fuut tussen
huizen, Visdieven haven Delfzijl). Het was een
prima idee om via een serie oude(re) zwartwitfo-
to's hoogtepunten uit de nationale ornithologi
sche geschiedenis van de voorbije eeuw voor het
voetlicht te halen. De broedende Morinelplevier
in de Noordoostpolder in 1961, de eerste broe
dende Kleine Mantelmeeuw op Schouwen in
1929 en Lachsterns van De Beer (de afgedrukte
foto is niet van Jan Strijbos maar eentje uit de serie
dieFrans Kooijmansin 1949maakte).Erzijnzelfs
foto's uit 1906,gemaakt door P.L. Steenhuizen.
58