Parkachtige bruggetjes op de Tiendgorzen. Het is wel slikken boven:Tiendgorzen zomer 2001. Links het Hitsersche Gat met daarachter Tiengemeten. Foto 's: Gerard L. Ouweneel. turend, van de nieuw beschikbaar gekomen na tuur te genieten, kijkt uit over 25 hectare buiten dijks liggend gebied, dat veel wegheeft van een golfterrein of park in aanleg, panorama's waar voor men anno 2001 in onze natie waarlijk niet ver behoeft te reizen om deze op zich te laten inwer ken. Allereerst wordt zijn blik in beslaggenomen door een fors uit de kluiten gewassen bord. waar op te lezen staat naar welk natuurproject zijn be langstelling uitgaat. Op de achtergrond, richting Hitsertsche Gat, ligt een houten bruggetje, in park-uitmonstering. Hierover voert het speels slingerend pad. En er is ook een vissteiger. Meer naar rechts turend, over de gorzen naar het wes ten. parallel aan De Nieuwe Dijk. ziet men een meanderend krekensysteem voorzien van vlakke oevers die hier en daar dras slaan. Zomer 2001 begon de vegetatie op die oevers zich al danig te ontwikkelen. De bewuste kreek eindigt aan de westzijde van de Tiendgorzen in een kom waarbij, voorzien van wat parkeerruimte, het obligate kijkscherm opgesteld staat. Ik ben mij bewust dat deze terreinbeschrijving wat wrang kan overkomen. Maar nogmaals,'nieu- we natuur' is wennen. Schrijver is zich overigens ook bewust dat tot een tot de nok toe met mensen en hun accessoires gevulde natie, die zich permit teert duizenden hectaren grond ter beschik king te stellen aan die nieuwe natuur, blijk zou geven van cynisme indien die natuur vervolgens op slot zou gaan voor de samenleving. De 'Put' in de Vlastiendgorzen In de 'Grote Historische Atlas' staan de Tiend gorzen voor de eerste helft van de negentiende eeuw ingetekend als een strook buitendijks gras land. zonder naamsvermelding. Ruim een eeuw later, op door het Ministerie van Oorlog in 1959 uitgegeven topografische kaart, is die situatie on veranderd, zij het dat dan wel de naam Tiendgor zen valt te lezen. Dan weer bijna 20 jaar later, in 1978, zouden deze Tiendgorzen groot nieuws zijn in de Hoeksche Waard. In de zogenaamde 'Put', een langgerekte ontgronding die het gehele wes- 82

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 20