is het Oranje zandoogje altijd veel talrijker dan het Bonte. Een soort die er inderdaad erg uit sprong was de Argusvlinder. Op de akkerranden waren ze bepaald talrijk en op veel plaatsen in het polderland waar wat bloemen te vinden waren, kwam je ze tegen. In het bijzonder aardige boek "Paardenbijters en mensentreiters"' schrijft de Amsterdamse sladsecoloog Martin Melchers over de Argusvlinder een heel herkenbaar stukje. "De naam Argusvlinder slaat niet alleen op de ogen op zijn vleugels, maar ook op het ogenschijnlijke ge bruik hiervan als argusogen. Ze zien je vaak zo snel dat het lijkt of ze overal ogen hebben. Geen vlinder in Amsterdam is zo argwanend als de Argusvlinder Hij vliegt altijd snel en zigzaggend langs je heen of voor je uit. Om alleen op dit typerend gedrag te determineren ging mij wat te ver. Het was dus iedere keer hollen om tot een zekere waarneming te komen. Argusvlinders vliegen gewoonlijk plotseling op, om vijftig meterver- der weer even plotseling te gaan zitten. Vijftig meter hollen is voor een geoefende hardloper niets, maar als deze intervallen zich steeds herhalen zonder beloning van een goed waar te nemen vlinder, wordt dit slo pend. "Het Hooibeestje is terug langs de dijk" meldt Chris uit Bruinisse. Heel langzaam lijkt het Hooi beestje uit het diepe dal omhoog te klimmen. Je ziet ze weer op meer plaatsenmaar ze zijn er lang niet altijd en als je ze ziet gaat het meestal maar om een of twee exemplaren. Koevinkje en Heivlinder behielden hun schaar se voorkomen,zij het dat er in augustus een aantal Heivlinders op de Hompelvoet rondvloog, wat ja renlang niet meer het geval was geweest. Verder leken de aantallen van Zwartsprietdik- kopje. Groot dikkopje. Icarusblauwlje, Boom blauwtje, Bruin blauwtje en Vuurvlindertje wei nig af te wijken van een gemiddeld jaar: niet opvallend meer of minder. Begin negentiger jaren klapte de stand van het Hooi beestje om onbekende redenen volledig in. Hier en daar zijn tekenen van een voorzichtig herstel, maar het gaat wel allemachtig langzaam! Foto: HenkHarmsen. Bovenstaand verhaal is geschreven aan de hand van mijn ervaringen en een beperkt aantal anderen. Uiteraard kunnen zich plaatselijk ande re ontwikkelingen voordoen. De Vlinderstichting en leden van de Vlinderwerkgroep Midden- en Noord-Zeeland verzamelen op systematische wijze gegevens, die tot meer gefundeerde uitspra ken kunnen leiden. De vlinderwerkgroep werkt hard aan een Zeeuwse dagvlinderatlas. Goeree- Overflakkee hoefje daarin niet te zoeken. 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2001 | | pagina 9