In tien korte hoofdstukken komt het sociale
leven van verschillende vogels aan bod.Ze krijgen
namen als Sluieroog de Kerkuil, Kromsnavel de
Wulp of Pica de Ekster. De verhalen kennen we
uit de vele artikelen die Vijverberg schreef en uit
de serie Vogelidyllen.
Het eerste hoofdstuk in Lief en leed 'De bewo
ners van de abeel' begint zo: "Aan de voet van de
lage wal, die het golvende duinlandschap scheid
de van het donker elzenbos daarachter, verhief
zich, fier en statig, een fraaie, zilverstammige
abeel". Ik weel dan meteen dat een soortgelijk
begin te vinden is in: Vogelidyllen van diverse
pluimage (1928.blz.35 en verder) en dat deze be
schrijving op de omgeving van Haamstede be
trekking heeft.
In dit verhaal probeert een Steenuil uit een nest
in een boomholte een nieuwsgierige jonge
Spreeuw te verschalken, mooi vastgelegd in een
tekening van Sjoerd Kuperus. Het verhaal eindigt
met: "Zo onderricht Natuur haar kinderen. Wat
hardleers is, sneuvelt in de wieg. Het gaat dadelijk
om het leven".
Twee hoofdstukken zijn gewijd aan "De Plaag
der Blauwe reigers', dat zijn de Zwarte Kraaien.
Hel relaas van de eierrovende kraaien en de jon
gens van OosterlandschreefVijverbergin De Le
vende Natuur van 1902 en ik haalde dat uitvoerig
aan in 'De reigerwei van Oosterland' in de Sterna
1997-1Nu vind ik er in dit boekje een prachtige il
lustratie bij. ook van Kuperus. De eierrover Kras
de Zwarte Kraai eindigt neergeschoten door een
boer aan een lange staak op een akker en "strekte
ten voorbeeld aan zijn soortgenoten".
Het slotverhaal 'De laatsten' gaat over Kluten,
die als laatsten broedden bij een plasje in de Prun-
je dat was overgebleven na de drooglegging door
het stoomgemaal van 1877. De tekeningen hierbij
24