van F. Wynia vind ik veel minder geslaagd dan van Sjoerd Kuperus. Vijverberg beschrijft fraai het afleidingsgedrag van de Kluut wanneer het nest dooreen groep kal veren wordt bedreigd: "Een vreemde vertoning volgde nu. De vogel breidde half de bonte vlerken uit. kromde sterk de soepele hals en schoof, de hoge poten sterk in het hielgewricht doorgeknikt, de kop omlaag, de staart omhoog gericht, in een kringetje vlak voorde kalveren rond. Hij keek zó hulpbehoevend.als ware hij geradbraakt". Uit de voorlaatste Sterna weten we dat de Engelse naam avocet verwijst naar dit afleidende gedrag van de Kluut. Vijverberg is in Lief en leed in de vogelwereld de echte verteller. Je beseft dat hij grote invloed heeft ondergaan van Jac.P.Thijsse en de verhalen als on derwijzer eerst toetste aan zijn (leerling)publiek vóór hij ze opschreef. Het op deze manier over vogels schrijven ge beurt niet meer. We moeten ons echter realiseren, dat bij Vijverberg de verhalen gebaseerd waren op goed waarnemen en bovendien geven ze een kijkje in het plattelandsleven op Schouwen-Dui- veland van een eeuw geleden. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 27