van F. Wynia vind ik veel minder geslaagd dan van
Sjoerd Kuperus.
Vijverberg beschrijft fraai het afleidingsgedrag
van de Kluut wanneer het nest dooreen groep kal
veren wordt bedreigd: "Een vreemde vertoning
volgde nu. De vogel breidde half de bonte vlerken
uit. kromde sterk de soepele hals en schoof, de
hoge poten sterk in het hielgewricht doorgeknikt,
de kop omlaag, de staart omhoog gericht, in een
kringetje vlak voorde kalveren rond. Hij keek zó
hulpbehoevend.als ware hij geradbraakt". Uit de
voorlaatste Sterna weten we dat de Engelse naam
avocet verwijst naar dit afleidende gedrag van de
Kluut.
Vijverberg is in Lief en leed in de vogelwereld de
echte verteller. Je beseft dat hij grote invloed heeft
ondergaan van Jac.P.Thijsse en de verhalen als on
derwijzer eerst toetste aan zijn (leerling)publiek
vóór hij ze opschreef.
Het op deze manier over vogels schrijven ge
beurt niet meer. We moeten ons echter realiseren,
dat bij Vijverberg de verhalen gebaseerd waren
op goed waarnemen en bovendien geven ze een
kijkje in het plattelandsleven op Schouwen-Dui-
veland van een eeuw geleden.
25