De Tureluurs van de Kwade Hoek Ben van der Velden In de zomermaanden was er bij ons nauwelijks belangstelling voor de Slikken van de Kwade Hoek, die zo goed te zien zijn vanaf de havenpier van Stellendam. De aanwezig heid van veel toeristen, niet aangelijnde honden en watersporters, die bij laagwater de ankers van hun vaartuigen-uitwierpen, waren de oorzaak van die geringe belangstelling. Dit vertier veroorzaakte veel onrust onder de op de slikken aanwezige vogels. Totdat er eind juli 1988 toch een bezoek plaats had. En niet zonder gevolgen. De aanwezigheid toen van ca. 1500 Tureluurs was verbazingwekkend. De vraag kwam natuur lijk op in hoeverre dit een incidenteel geval was of een regelmatig terugkerend fenomeen. Een zaak om in de gaten te houden. Hoewel het niet altijd mogelijk was het terrein volgens een vast plan te bezoeken, kwamen toch regelmatig tellingen be schikbaar. Vanaf 2000 zijn de aantallen intensie ver gevolgd. Hierbij de in de loop van de jaren 1988 tot 2001 verzamelde gegevens. De aantallen laten twee golven zien. De eerste valt grofweg eind juni/begin juli, de tweede eind augustus/ begin september. Aannemelijk is dat de eerste golf uit eigen broedvogels bestaat. Uit de literatuur is bekend dat na de broedtijd de adulte en juveniele exem plaren zich verzamelen op wadachtige gebieden. Daar voeden ze zich met wormpjes en kleine week- en schaaldieren. Na genoemde periode lopen de aantallen terug tot enige honderden. Eind augustus komen de noordelijke vogels op hun trek naar het zuiden door en zien we de aan tallen weer iets toenemen, zonder echter het ni veau eind juni/begin juli te bereiken. De meeste Tureluurs zijn bij laagwater aanwezig. De nog steeds in oppervlakte toenemende slikken en daarmee de beschikbaarheid van voldoende voedsel, kunnen de grote hoeveelheden vogels gemakkelijk aan. Behalve Tureluurs zijn soms duizenden Bonte Strandlopers aanwezig. Ook de 6

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 8