Op stap
Tentstokken
met Gerard Ouweneel
Velen waren ingegaan op de uitnodiging aanwezig te zijn bij de opening van Eriks' expo
sitie. Ook Nico. Deze stelde mij voor aan een dame die, bij het horen van de naam,
opmerkte: 'Zo, dus u bent die mijnheer van de tentstokken'. Nico bevestigde grijnzend
en voegde eraan toe: 'Ja Gerard, die gebeurtenis zal Els en jou altijd blijven achtervol
gen'. Dus nu vertel ik het verhaal ook maar aan u.
Met het hemelvaartweekeinde gingen wij naar
Schiermonnikoog, het resultaat van een compro
mis tussen de leden van twee gezinnen waarvan de
vaders vogels wilden zien, de kinderen eisten van
zee en zand te kunnen genieten en de moeders
droomden van zon en rust. Die rust pleegt pas te
beginnen op het moment van inscheping in Lau-
wersoog. De woelige uren vóór dat tijdstip vangen
aan in het holst van de nacht en zijn gevuld met op
staan, sjouwen, rijden, parkeren, weer sjouwen,
inschepen en plaatsje zoeken aan boord. Eer dan
op het bovendek genoten kan worden van de
tocht over de Waddenzee, vervult het beneden-
deks genuttigde kopje koffie met toebehoren de
rol van de oase in een woestij n
Toen ons gezelschapje voorzien van consump
ties zich in de kajuit had geïnstalleerd,hielden wij
eerst appel. Daarna volgde controle of ieder het
hem toebedachte deel van de kampeeruitrusting
had meegesjouwd. Peter was verantwoordelijk
geweest voor de tenten, beide van het type 'Alba
tros'.Toen hij rapport uitbracht bleef zijn wat ach
teloze opmerking 'ik vond jullie tentzak zo licht"
even loodzwaar in het passagiersverblijf hangen.
Toen volgde de ver hoorbare uitroep van Els 'Ger
ard. de tentstokken...!' De wakkere bemanning
van Wagenborg was al doende de trossen los te
gooien. Dus tijd ontbrak voor de obligate echtelij
ke discussie van 'ik dacht dat jij...' en 'moet ik dan
altijd alles nakijken...'. Het ingenieuze maar com
plexe stalen frame van een De Waard tent sloot
een alternatief van in het Schiermonnikoogse
woud gehakte takken uit. En het overvolle schip
met eilandgangers garandeerde geenszins succes
bij het zoeken naar ander onderkomen. Ik stond
op met de mime van iemand die veel ogen in af
wachting van een daad, op zich weet gericht. Met
de eufemistische woorden 'ik haal ze wel even op.
Tot de boot van vijf uur' ging ik weer over de loop
plank.
Het was goed dat ik alleen in die auto zat. Bij
Dokkum was de adrenaline aardig gezakt. Bij het
zien van een liftende, niet weg te cijferen jonge
dame nam deze weer toe. Ze bekende op reis te
zij n naar Arnhem en ging grif in op het aanbod tot
Oudenrijn plaats te nemen in de Citroen. De
dame ontpopte zich als een onderhoudend cau-
seuse,die de juiste woorden zei op het klaaglijk re
laas over vergeten tentstokken. Al spoedig bleek
dat ze was verbonden aan het torenvalkonder-
zoek in de Lauwersmeer van Serge Daan. Daar
over wist ze zulke boeiende zaken te vertellen dat
de rit naar Oudenrijn snel verliep. Vandaar drie
kwartier naar Maasdam, waar de tentstokken
braaf op hun taak lagen te wachten.
Terug naar Lauwersoog ging het minder voor
spoedig. Een overtrekkende wind- en regenhoos
bracht veel misère onder niets vermoedend, ver
tier zoekend publiek. De Bilt had verzuimd de on
derdanen over het naderend noodweer in te lich
ten, hetgeen in een verzorgingsstaat niet te pas
komt. Toch kon ik om vijf uur 's middags weer in
schepen, in gezelschap van twee dames van
Schiermonnikoogse afkomst, ontmoet in Lau
wersoog. Lang geleden hadden zij onze ornitholo
gische verblijven op het eiland een galante dimen
sie gegeven. Er vielen heel wat jaren door te
nemen, waarmee wij bij ontscheping nog bezig
waren. Op de aankomststeiger wachtte Els, ge
reed om troostrijke woorden ten beste te geven.
Toen zij manlief aangenaam koutend met twee
haar onbekende dames zag naderen en de wer
vende tekst opving 'vanavond in het Oude
Boothuis...', kwam het alsnog tot de discussie
waarvoor's morgens de tijd had ontbroken.
Toch werden het nog best leuke dagen.
14