Na de Grauwe Gans, Nijlgans en Brandgans breidt nu ook de broedvogelpopulatie van de Canadese Gans zich in Nederland uit. Bij 's winters waargenomen Canadese Ganzen gaat het veelal om vogels uit naburige broedgebieden. Foto: Henk Harmsen. Tabel 1. Getelde aantallen ganzen op Goeree-Overflak- kee in de winter 2001-2002. soort /maand okt. nov. dec. jan. febr. nirt Rietgans 1 2885 6351 13502 26 8 KI.. Rietgans - - 5 - - - Kolgans 221 6977 7109 7105 2238 72 Gr. Gans 6330 9812 16637 15437 4037 2176 Brandgans 1864 16635 24244 36436 21823 17770 Rotgans 386 713 1875 634 940 859 Nijlgans 421 489 413 275 517 190 Canadese Gans 9 4 1 - 2 5 Can. Gans(min. - - 3 6 - 2 Sneeuwgans - 2 1 1 1 - Sneeuwg. (bl.f) - - 1 - - - Indische gans 5 7 2 1 2 1 Keizergans - - - 1 - - Soepgans 87 195 104 135 194 100 klopt, want Brandganzen blijven veel langer han gen,dan bijvoorbeeld Riet-en Kolganzen. De laatste jaren hadden we te maken met een teruggang in de aantallen winterse Rotganzen. Dit geldt niet alleen voor Goeree-Overflakkee, maar tevens voor de totale West-Europese popu latie. Voor afgelopen winter moeten we een uit zondering maken voor de maand december met 1875 Rotganzen. Polder Het Oude Nieuwland (280 ex). Slik de Kil /De Punt (550 ex), de Preek- hilpolder (470 ex)en Markenje (240 ex) zorgden voor deze uitschieter. Ook in dit geval zal de vorst in Europa van invloed zijn geweest. In de Greve- lingen achter de begroeiing van de Noordelijke Slikken werden vaak Rotganzen gehoord. Helaas kwamen deze vogels tot de maand februari niet in onze tellingen voor. Nadien werden die Rotgan zen wel meegenomen in de tellingen. Van de andere ganzen, waaronder vele exoten, zet de opmars van de Nijlgans nog steeds door. Deze winter waren al ruim 500 exemplaren op het eiland te vinden. Ze zijn soms verbazend agressief ten opzichte van andere watervogels. Hoewel dit niet in de cijfers tot uitdrukking komt. neemt ook de Soepgans sterk toe. Lang niet iedereen neemt deze "soort" in zijn of haar tellin gen op. Roofvogels In de tellingen kwamen 13 soorten roofvogels voor. Drie daarvan vallen buiten het kader van de wintertellingen. Immers de 2 Wespendieven in oktober, de Grauwe Kiekendief in november en de Boomvalken in februari en maart zijn in feite zomervogels. November leverde zelfs een Kleine Torenvalk 47

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 17