Landschap 19 toen
Strandplevier (man). In het verleden broedde de Strand-
plcvicrop hetVerkIikkerstrand.Foto:l?emco Beijersbergen
Prentbrief kaart Fa. Piet Ochtman, Zierikzee (ca.1940).
Al spoedig vestigen zich er de eerste planten. In
het samengewaaide duintje wordt regenwater
tussen de korrels vastgehouden. Het rottend
vloedmerk houdt ook vocht vast en is tevens stik-
stofrijk en dat is belangrijk voor ontkiemende
planten. Als pionierplant gaat er het Biestarwe-
gras groeien en profiteert van het zoete water en
de mineralen, maar overleeft ook af en toe een
overspoeling met zeewater. Onder gunstige om
standigheden met veel zandaanvoer kan zo'n
duintje wel dertig centimeter per jaar omhoog
groeien en daarna gaat Helm het beeld bepalen.
In de lagere delen groeit de Zeeraket.
Het waren de met Helm gekuifde strandduin-
tjes die omstreeks 1930 opvielen. Ze lagen in een
paar rijen evenwijdig aan een oudere zeereep op
een snel breder wordend strand. Op een van de
eerste luchtfoto's van deze kust uit 1927 zijn de
duintjes nog niet te zien. Ze zullen zich niet lang
daarna hebben gevormd. Mensen kwamen hier
nauwelijks en zo konden er toen nog echte strand
vogels, zoals Dwergstern en Strandplevier, broe
den. Door de steeds grotere recreatiedruk ver
dwenen deze soorten als broedvogel van het
Verklikkerstrandna 1956 respectievelijk 1967.
34