Landschap 19 toen
stormen, weten de jonge duintjes zich hier te
handhaven en te groeien'. De situatie werd zelfs
instructief genoemd.
In 1939 komt dr. Jac.P. Thijsse hierop in een brief
terug. De situatie op Schouwen vindt hij belang
rijk, 'wanneer maar met man en macht voor de
goede behandeling van de duinen en stranden
wordt gestreden'. Met de goede behandeling be
doelde hij ongetwijfeld het met rust laten van het
gebied en mogelijk wel het bestrijden van de ko
nijnen.
Na de oorlog in 1949 staat in Natura (KNNV)
over deze omgeving dat de duinen er zeer jong
zijn,sommige zelfs'piepjong'. Er vormen zich 'vrij
snel jonge duintjes, die als afzonderlijke kopjes
met steile helmpruiken op het brede strand ont
staan'Nog steeds is er dus. ondanks af en toe win-
terschade. sprake van aangroei van de strand
duintjes. Tussen de strandduintjes en de zeereep
lag in 1949 een laagte die 's winters onder water
stond en waar duizendguldenkruid en Sierlijke
vetmuur groeide. Het was het eerste begin van een
duinvallei.
Een excursie van afgestudeerde geografen van
de R.K.Leergangen teTilburgzag op 19 april 1952
een nog geen 20 jaar oude duinenrij van 100 m
breedte,beschreven als 'duinvorming in embryo,
door middel van biestarwegras'. Een foto in het
getypte verslag laat het brede Verklikkerstrand
met tientallen strandduintjes voor de hogere zee-
reep fraai zien.
Mijn belangrijkste lokale informant voor dit ge
bied,Teun Rosmolen (destijds Renesse),zegt dat
de Kleine Duintjes na de oorlog een ontmoetings
plaats voor de jongelui uit Haamstede en Renesse
vormden. Op zondag wandelde men er -op z'n
zondags gekleed- vanuit de dorpen naar toe. Je
kon er tussen de duintjes lekker beschut in de zon
liggen. Hij weet verder dat de duintjes in maart
1951 door een storm zwaar beschadigd raakten.
Tijdens de stormvloed van 1953 zijn ze op die plek
definitief weggespoeld, maar niet lang daarna
vindt er weer jonge duinvorming plaats bij het
Duinhoevepad. dus 1 km naar het oosten.
Afbraak van strandduintjes komt natuurlijk
meer voor langs de kust en dus introduceerde de
wetenschap er een vakterm voor. Zo'n erosierest
in de voorduinen kreeg de naam van 'strandpol'
(Duits: Kupste). Op het vogeleiland De Beer heet
te het een 'duinruïne'. Deze duinvorm getuigt van
een vroegere situatie die aan het verdwijnen is.
Na 1950 was de 'zandgolf' (Ferguson) bij
strandpaal 8 kennelijk gepasseerd en werd de af
slag op dit strandgedeelte niet meer gecompen
seerd door aangroei. In de natuurlijke geschiede
nis van een kwart eeuw Kleine Duintjes geldt zo
letterlijk: de zee geeft, de zee neemt.
36