na niet de tien meter per jaar, zoals elders vastge steld is. Nu kan men zich afvragen of ingrijpen wel nodig is. In een bijdrage getiteld 'Besdragende duinstruwelen, een gedekte tafel op een lange reis' concludeert de auteur dat duinstruwelen het landschap aankleden en vogels rust en voedsel bieden. Voor zowel vogels als vogelaars zijn stru welen van grote waarden omdat nergens grotere aantallen vogels worden aangetroffen worden dan juist daar, zo luidt het betoog. Dat deze me ning niet algemeen gedeeld wordt moge blijken uit een andere bijdrage met de titel'Terugdringen van duindoornstruweel: maar hoe?' Weliswaar houdt de auteur Harrie van der Hagen in dit arti kel geen pleidooi om duindoorn zwaar te bestrij den of eventueel uit te roeien, maar wel om duindoornstruwelen terug te dringen. Saltspray Het ziet ernaar uit dat voor beheerders van na tuurgebieden in Zuidwest-Nederland naast de aandacht voor dichtgroeiende voormalige getij- denslikken, nog een andere zorg opdoemt. De komst van de tweede Maasvlakte dringt de in vloed van de zogenaamde saltspray terug, met als gevolg verdere verstruweling van vooral de duin strook. De invloed van de zee, in concreto de in waai van zout, vertraagt de successie. Komt de branding verder van de kust te liggen, hetgeen bij de komst van een tweede Maasvlakte het geval is, dan bereikt minder zout het vasteland, waardoor een drempel kan worden overschreden die tot nog meer verstruweling in het duingebied kan lei den. In 1992 presenteerde de Stichting Duinbehoud een streefbeeld waarbij men uitging van een ver mindering van de toenmalige oppervlakte duin struweel van 9000 hectare naar 5000 hectare, daarbij ruimte makend voor grootschalig stui vend duin, grazige vochtige duinvalleien en duin grasland. De omineuze vooruitzichten voor met name de duinen achter de tweede Maasvlakte, die van Goeree en Voorne, staan dus haaks op dit streefbeeld. Terreinbeheerders dragen verant woordelijkheid voor het behoud van Rode Lijst- soorten. Omdat de laatste decennia ten aanzien van struwelen vaak een gedoogbeleid gevoerd wordt, komen er nu onherroepelijk keuzes aan. Sprekend over vogels is dat een keuze tussen Veldleeuweriken of Zwartkoppen, tussen Grau we Klauwieren of Heggenmussen. Voor Zuid- west-Nederland komt er nog eens de extra keuze bij welk streefbeeld in het vizier genomen wordt: kustbroedvogels of struweelvogels. Veel wij sheid, visie en voldoende beheersbudgetten toege wenst! Literatuur Alblas, W. 2002. Lessen voor natuurbeschermers: het Project Mainportontwikkeling Rotterdam. De Levende Natuur 103:138-143. Beijersbergen, J. van, Berg A. van den. 1980. De Gre- velingen. De vogels van een afgedamde zeearm. Zeist. Beukelen, L. van, Cosyns, E., Wieren S. van. 2002. Wat weten we van terugdringen van duinstruwelen door her bivore zoogdieren? De Levende Natuur 103:101-105. Hagen, H. van der. 2002. Terugdringen van duindoorn- struweel: maar hoe? De Levende Natuur 103:106-109. Janssen, M.,Salman, A. 1992. Duinen voor de wind. Een toekomstvisie op het gebruik en het beheer van van de Nederlandse duinen als natuurgebied van internationale betekenis. Stichting Duinbehoud. Leiden. Haperen, A.M.M. VAN. 1996. Heckrunderen, Fjorden- paarden en Brandganzen op de Slikken van Flakkee (Grevelingen). Bosbouwvoorlichting 35:88-91 Kuiters, L. 2000. Natuurlijke processen en dynamiek in grote natuurgebieden: beperkte mogelijkheden of koud watervrees. De Levende Natuur 10176-78. Landbouw, Nnatuurbeheer en Vvisserij. 2001. The manummer begrazing. Vakblad Natuurbeheer 40e jaar gang, april 2001. Meiniger, P.L., Graveland, P. 2001. Leidraad ecologi sche herstelmaatregelen voor kustbroedvogels. Balance ren tussen natuurlijke processen en ingrijpen. Rapport RIKZ/2001.046. Rijksinstituut voor Kust en Zee. Middel burg. Osieck E.R., Hustings F. 1994. Rode lijst van bedreigde soorten en blauwe lijst van belangrijke soorten In Neder land.Technisch Rapport VogelbeschermingNederland2. Vogelbescherming Nederland. Zeist. Sierdsema H., Bonte D. 2002. Duinstruwelen en samen stelling broedvogelbevolking: meer vogels, minder kwali teit. De Levende Natuur 103:88-93. Til M. van.Ketner P., Provoost S. 2002. Duinstruwelen in opmars. De Levende Natuur 103:74-77. Til M. van, Zeef. van der, Herrier J-L, Putten W. van der. 2002. Duinstruwelen: gedoogd of gewenst? De Le vende Natuur 103:110-112. Vader H. 2002. Besdragende duinstruwelen, een gedek te tafel op een lange reis. De Levende Natuur 103:94-95. Vulink, J.T. 2001 .Hungry Herds. Management of tempe rate lowland wetlands by grazing. Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Directie IJsselmeergebied. Lelystad. 80

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 18