loopt de wesp wat heen en weer alsof ze nog niet meteen weet bij welk zandhoopje ze nu moet wezen. Dan in een keer spuit het zand omhoog en verdwijnt de Harkwesp in een holletje. Vrijwel meteen komt ze er achterwaarts weer uitgescho ven, om na wat gehark even later opnieuw een zandfonteintje uit de nestgang naar buiten te spui ten. Met de bedoornde poten is deze wesp een snelle graver die het zand met krachtige bewegin gen achter zich werpt. Kennelijk was dit nest nog niet af, want er werd geen prooi aangevoerd. De prooi bestaat meestal uit verschillende soorten vliegen al naar gelang het aanbod ter plaatse. Het duurt circa een week voordat de larve volgroeid is en kan gaan verpoppen. De pop blijft dan tot het volgend jaar zitten, om in het voorj aar als wesp te voorschijn te komen. Nadat een larve volgroeid is, begint de Harkwesp aan een volgend nest. Gedu rende een seizoen kunnen circa zes nakomelingen groot gebracht worden. Bijzondere omgeving Een indrukwekkend landschap daar in de om geving vanTheunesseshil. De glooiende hellingen met korstmossen en Zandzegge begroeid. Hier en daar schraal zandig met blauwachtige polletjes Buntgras, met geelgroen Duinsterretje en rood aangelopen Muurpeper. Lager in de valleien wat ruigte en struweel, waaruit de ratelende zang van een Sprinkhaanzanger klinkt. Hier en daar een zandverstuiving. Hoe verder je de Meeuwendui nen ingaat, hoe witter het wordt. Het is dit proces van verstuiving, begroeid raken en na verloop van tijd opnieuw verstuiven, wat het juiste biotoop voor onze zeldzame Harkwesp in stand houdt. Een bijzonder insect in een bijzonder landschap. Toch is die Harkwesp niet de enige bijzonder heid die daar te ontdekken valt. In deze droge, schrale omgeving huist een hele serie kenmerken de soorten die zich echter opvallend goed aan het oog weten te ontrekken. Stilzittende exemplaren vallen door hun schutkleur totaal niet op. De Hei vlinder is er vrij talrijk, evenals de Blauwvleugel- sprinkhaan, ook allebei van die Rode Lijstsoor- ten. Bij gevaar vervliegt de laatste een eindje en dan komen plotseling die prachtig blauw gekleur- Roofvlieg (Philonicus albiceps) met gevangen libel Watersnuffel) op Wolfspoot. Foto: Kees de Kraker. de ondervleugels tevoorschijn. Op het pad lopen snelle zandloopkevers, die ook veelvuldig op de vleugels gaan en als een snelle vlieg wegschieten. De Bembixdag De Bembixdag op 13 augustus was zo'nzonnige warme zomerdag, waarin het duin zindert van de hitte. In dit geval ideaal, want insecten zijn bij warm weer vaak het meest actief. Bij een eerder bezoek was al gebleken dat er van de Harkwesp- nesten op het pad niet veel meer over was. Hordes recreanten waren door het zand gebanjerd en wanneer het nest in elkaar getrapt wordt of je wordt telkens gestoord bij het graven, dan heb je er als Harkwesp ook geen zin meer in. Het aantal nesten dat langs het pad nog aanwezig was, werd op circa 250-300 geschat. Ondertussen werd er door de leden van het gezelschap driftig gejaagd op allerlei vliegend gedierte. Het vereist de nodi ge oefening om met een snelle zwaai een langs- vliegend insect uit de lucht te scheppen, sommi gen beheersten die kunst uitstekend. Dankzij die handigheid werden onder andere enkele wolzwe vers (Thyridantrax af er) gevangen. Met name het plasje wat verderop langs het pad aan de voet van Theunesseshil bleek een ware oase, waar allerlei insecten te vinden waren, zoals mannetjes van de Harkwesp. De vele Wolfspoot rondom het plasje was zeer in trek als nectarbron. Een voor het duin karakteristieke soort als de 83

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 21