De Krekel en de Mier Johan Everaers In de vorige aflevering van Sterna vertelde Kees de Kraker over het misverstand omtrent een huiskrekel. Vermeende krekelgeluiden bleken niet afkomstig van een insect maar uit de brandmelder in een huiskamer. In dit artikel wordt eveneens aandacht gevraagd voor een misverstand waarbij de krekel een grote rol speelt. In 1668 verscheen de beroemde fabelLa Ciga- le et la Fourmi"geschreven door Jean de la Fon taine 1621 - 1695). Iedere Franse scholier kent deze beroemde fabel en het is nog niet zo lang ge leden dat het gedicht door middelbare scholieren in Nederland uit het hoofd diende te worden ge leerd. la Cigale et la Fourmi La cigale, ayantchanté Toutl'été, Se trouvafort dépourvue Quandl la bisefut venue Pas un seul petit morceau De mouche oude vermisseau. Elle alia crier famine Chez la fourmi sa voisine, La priantde lui prêter Oiielque grain pour subsister Jusqu 'a la saison nouvelle. "Je vouspaierai, lui dit-elle, AvantVaout,foi d'animal. Intérêt etprincipal. La fourmi n 'est pas prêteuse: C'est la son moindre défaut. Que faisiez-vous an temps chaud? Dit-elle a cette emprunteuse. "Nuit et jour a tout venant Je chantais, ne vous déplaise. "Vous chantiez? j'en suis fort aise: Eh bien, dansez maintenant! De Krekel en de Mier Kriek, die heel de zomertijd Zich met zingen had verblijd, Zag met schrik de herfst verschenen: Zelfs geen wormpje, waar ze zocht, Dat de honger stillen mocht.. Mier zal wel een kruimpje lenen Uit haar volle voorraadschuur Kriekje loopt naar miertje-buur "Help," zo sprak ze, "tot de lente Mij grootmoedig aan de kost! Woord van eer, dat schuld en rente Binnen 't jaar zijn afgelost. Maar, wat mier te wensen liet, Lenen was haar zwak juist niet. "Zeg, wat hebt gij.Ving zij aan, "Heel de zomer toch gedaan "Wel, ik heb uitalmijn macht Trouw gezongen, dag en nacht. Trouw gezongen,zei de mier, "Wel, dat doet me groot plezier. 'k Heb een goede raad voor u: Zingen deed li? Dans dan nu! Aangepaste vertaling uit 1868 van J.J. L. ten Kate. Over de moraal van het verhaal valt te twisten. Het harde werken van de mier is misschien prij zenswaardig. Sympathiek lijkt echter ook het carpe diem van de krekel die er de hele dag op los zingt. Wat te denken van de gierigheid van de mier die een levend wezen in nood niet wenst te helpen en dat met een hatelijke opmerking te kennen geeft? Denk ervan wat u wilt. Persoonlijk heb ik altijd een voorkeur gehad voor de krekel. Tussen 1879 en 1907 schreef de beroemde ento moloog Jean Henri Fabre in het Provengaalse 86

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 24