Tussen Havenkanaal en de oprit naar de Zeelandbrug liggen de Zuidhoek Inlagen. verband met verdere studie aan de Politieacade mie, maar Schouwen-Duiveland heeft altijd een plekje in zijn hart behouden. Voordat we doorgaan met de geschiedenis van de vogelkijkhut volgt nu eerst een kort gedeelte over het landschap tussen het Havenkanaal en de Zeelandbrug. In de loop van de 16de eeuw verzandde de Gouwe tussen Schouwen en Duiveland steeds meer en zocht Zierikzee naar een oplossing om toch een vaarweg naar de Oosterschelde te be houden. Aan het einde van die eeuw (1597-1602) werd van Zierikzee naar Borrendamme het Ha venkanaal gegraven, een groot proj eet van drie ki lometer lang. Oostelijk van het kaarsrechte kanaal werd de Zuidhoek zo van de rest van de polder Schouwen afgescheiden. Soms denkt men dat het tot Duive land behoort (één keer zelfs op het schriftelijk eindexamen aardrijkskunde!), maar dat is niet juist. Wel kreeg de Zuidhoek (300 ha) een eigen afwatering met een zogenaamde ebsluis. De diepe geul Roompot voor de Zuidhoek werd een groot gevaar, omdat die de vooroever van de zeedijk ondermijnde. In 1721 legde men een reservedijk aan en gaf het voorliggende land prijs. In diezelfde eeuw dreigde nieuwe dijkvallen en werd in 1785 op 250 meter naar binnen op nieuw een inlaagdijk gemaakt. De oude inlaag- dijk van 1721 werd toen zeedijk. In de oude stuk ken staat dan:De grond kan genomen worden uit de inlaagZo ontstonden dus de putten, sloten en drassige gedeelten in de toen ontstane Zuidhoek Inlagen. Het schuine stukje dijk werd samen met de Le- vensstrijddijk aan de overkant van het Havenka naal in 1954 landwaarts aangelegd van de door- braakgaten uit 1953 en in 1956/57 werd het laatste westelijke stukje van de inlaagdijk van 1785 afge graven. Onlangs is die hoek van de inlaag door af gravingen natter gemaakt. Aan het dwarsdijkje uit 1784 stond jarenlang een dijkmagazijn van het waterschap Schouwen-Duiveland. De inlaag wa tert niet direct op de Oosterschelde af, maar via het gemaal van de Zuidhoek aan de Deltastraat. De inlaag heet ook wel Galgepolder, genoemd naar de galg van Zierikzee die hier ooit bij de in gang van de Gouwe stond. In de Zuidhoek Inla gen staat nu een bord van Natuurmonumenten met 'Schouwense inlagen en karrevelden'. Deze naam is elders bedacht zonder overleg met de plaatselijke mensen. Iedere Zeeuw weet dat je niet van Schouwense maar van Schouwse spreekt (en niet van Walcherense maar van Walcherse) Nu gaan we terug naar 1974 toen Hans Eek- hardt geen tijd meer had voor langdurige vogel observaties. De tieners Herman-Jan Bijl en Ted Sluijter kenden Hans uit de Vogelwacht en gingen vanuit de hut naar vogels kijken en zo hun soorten leren. Ook begonnen ze de hut te vergroten en maakten ze een steiger om droge voeten te hou den. 67

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2002 | | pagina 5