Landschap 19 toen
braakballen van de soort. In de ene een hele Bonte
Strandloper, in de andere een complete Graspie
per! Ontmoetingen met de Velduil zijn de laatste
decennia uiterst schaars geworden. De intensive
ring van ons landschap en het schaarser worden
vanmuizendoendesoortdedasom. Hoopgevend
zijn de recente waarnemingen in het natuuront
wikkelingsgebied de Prunje.
24 augustus 1974: een Lepelaar op het slik buitendijks.
11 januari 1976: zenuwachtig dobberend en draaiend,
vlak uit de kant; een Grauwe Franjepoot.
27 maart 1976: levend o.a. Wintertaling, Bontbekple-
vier en Buizerd! dode Torenvalk.
27 augustus 1977:2 Halsbandparkieten.
Lepelaars zijn al vele decennia een regelmatige
verschijning op Schouwen-Duiveland. Toch
waren de aantallen altijd gering en ging het vaak
om solitaire exemplaren. Echter, het gaat de Le
pelaar in Nederland bijzonder voor de wind en
daarom zien we de soort op ons eiland tegenwoor
dig veel frequenter en in grotere groepen. In 2002
heeft de soort zelfs voor het eerst in de geschiede
nis op Schouwen-Duiveland gebroed!
Ja, Ja, de successtory van de Buizerd. In 1976
schreef ik de soort nog met een dikke streep eron
der in m'n boek. De Buizerd heeft sinds de jaren
'70 van de vorige eeuw heel West-Nederland als
broedvogel gekoloniseerd. Sinds 1991 broedt de
soort ook op ons eiland. In 2002 gaat het waar
schijnlijk al om ca. 10 paar.
De Halsbandparkiet komt oorspronkelijk uit
Azië. In verschillende West-Europese landen
heeft zich uit volières e.d. ontsnapte exemplaren
zowaar een vrijvliegende populatie ontwikkeld,
met name in stadsparken. Bij nader inzien is deze
waarneming in de Zuidhoek de eerste voor ons ei-
land.Tot broedgevallen heeft het tot op heden niet
geleid. De waarneming van de Grauwe Franje-
poot zal, achteraf bezien, wel op een 'Rosse' be
trekking hebben; winterwaarnemingen van die
soort zijn veel waarschijnlijker.
27 april 1974: nesten gevonden van Graspieper, Veld
leeuwerik, Kluut en Kievit, natuurlijk in 2e inlaag, er
vlogen ook Visdieven.
4 mei 1974: 's-avondsprachtig schouwspel: Zeevonk!
17mei 1975:nesten van Kokmeeuwen, Kluten en Sterns
voor Staatsbosbeheer geteld, er waren jonge waterkip
jes.
1 mei 1976;veelnesten van de Kokmeeuw, ook Kluut en
Visdief, Noordse Stern.
De Zuidhoek kan van groot belang zijn voor
kustbroedvogels. In de j aren zeventig van de vori
ge eeuw telden we in de Zuidhoek Inlagen regel
matig enige honderden broedparen Kokmeeuw.
In hun kielzog kwamen vele tientallen broedpa
ren Visdief, Kluut en zelfs een tiental Noordse
Sterns voor. Helaas is het belang van de Zuidhoek
in de decennia erna voor deze soorten drastisch
afgenomen.
Hetzelfde verhaal geldt voor de Graspieper en
Veldleeuwerik. Deze waren zó algemeen dat je
het bijna vervelend vond om ze te tellen. Ze zijn
als broedvogel in ons land enorm afgenomen. Dit
geldt vooral voor het intensive akkerbouwge
bied; in zilte natuurgebieden zoals de Zuidhoek
Inlagen valt die afname mee.
Epiloog
De Zuidhoek Inlagen zijn een schakel in een
hele keten van zilte, laaggelegen gebieden rond de
Oosterschelde. Al ruim vóór de tijd dat Herman
B ijl en ik er kwamen, heeft zich een enorme afna
me ingezet van broedende kluten, sterns, kok
meeuwen en plevieren. In onze tijd is die afname
gestaag doorgegaan. Te lage waterpeilen, afge
stemd op agrarisch gebruik, hadden een verrui
ging en successie van de vegetatie tot gevolg. De
dynamiek nam af, er was geen beheer dat afge
stemd was op de natuurwaarden.
Niet lang geleden is het beheer van de Zuid
hoek Inlagen overgegaan van het waterschap
naar de vereniging Natuurmonumenten. Een par
ticuliere natuurbeschermingsorganisatie. Dat is
mooi.
Maar het kan nog véél mooier. Maar dan moet
er nog wel wat gebeuren.
Vooral het water moet méér een sturende fac
tor worden. Een natuurlijker waterbeheer met 's
winters een hoger en 's zomers een lager peil voor
komt successie van de vegetatie. Een deel van de
inlaag tegen het havenkanaal aan is op die manier
vergraven en vernatAls de gehele inlaag zo wordt
aangepakt dan kunnen kustbroedvogels, veel
meer dan nu, gebruik maken van schaars begroei
de stukken.
Daarnaast zou een situatie hersteld moeten
worden van vogelhillen. Dit zijn geïsoleerd lig
gende stukken grond in de inlaag, omringd door
70