Een Zeehond en vijf Bruinvissen
Kees de Kraker
Wat de zomer van 2003 zo bijzonder maakte, was niet alleen die lange reeks van warme
zonnige dagen zonder regen. Wie geregeld langs de Oosterschelde fietste zal het zeker
zijn opgevallen. Overal zag je scholen van uit het water springende visjes en nog niet
eerder zag ik zo veel Visdiefjes duikend en langskomend met vis. Tussen Burghsluis en
de Heerenkeet was het altijd prijs: Visdiefjes die met een visje naar de Schelphoek vlo
gen, naar de Flaauwersiniaag, naar de Weeversinlaag, naar de Prunje.
Naast het feit dat er heel veel kleine vis in de
Oosterschelde zat, waren er dit jaar ook veel Vis
diefjes. Het is dan een genoegen om aan de dijk te
gaan zitten en naar die foeragerende vogels te kij
ken. Bij Schelphoek visten Visdiefjes en Dwerg-
sterns bij laag water in de smalle geul tussen het
broedeiland en de wal. Een Visdiefje ving het ene
na het andere visje, die allemaal verdwenen in de
bek van een hongerig jong dat op een steenworp
afstand zat. Dat moet voor zo'n vogel de ideale si
tuatie zijn. Niks geen gezwoeg van vele kilometers
tegen regen en wind terwijl de j ongen zitten te ver
nikkelen. Vorig jaar was dat zo. Sterns brachten
vrijwel geen jongen groot. Dit jaar was de situatie
omgekeerd en was het broedsucces bijna overal
uitzonderlijk goed. Bij Burghsluis zwom je tussen
de duikende Visdiefjes die hun vliegvlugge jon
gen op het water voerden. Altijd weer die bedel-
roepjes. Ook van Grote Sterns. Verhuisd van de
Hompelvoet naar de Kleine Stampersplaat, nu
dichter bij Schouwen. Na het broedseizoen zat er
een flinke groep op het eiland in de Flaauwersin
iaag waar ze zich goed lieten horen want het zijn
luidruchtige vogels. Best mogelijk dat ze daar over
een paar jaar weer gaan broeden. Wie weet hoe
vogelrijk die zuidkust van Schouwen nog zal wor
den wanneer de natuurinrichtingsplannen hele
maal zijn uitgevoerd. De glorie van vroeger lijkt
terug te keren,je kunt er nu al aan ruiken. Vol on
geduld is het wachten, opschieten met dat werk,
denk je dan.
40