'Als we niet oppassen wordt Deltanatuur
een ganzenfokkerij'
Gerard L. Ouweneel
Als stelling was deze opzienbarende titel te lezen in Tijschrift, de nieuwsbrief van
Deltanatuur van februari jongstleden. Functionarissen van Natuurmonumenten, het
ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV), de provincie Zuid-Holland en
Westelijke Land en Tuinbouw Organisatie (WLTO) gaven hun mening over deze waar
schuwing. Aannemelijk is dat alvorens met zo'n stelling voor het voetlicht te komen, het
onderwerp ganzen bij Deltanatuur binnenskamers al menigmaal op de agenda stond,
waarbij twijfels gerechtvaardigd zijn of de organisaties die in Deltanatuur samenwerken,
voor wat betreft het ganzenbeleid dezelfde marsroute bewandelen... Neen dus, blijkt uit
de reacties van de vier heren.
Udo Hassefras van Natuurmonumenten is het
oneens met de stelling. Dat ganzen zijn terugge
keerd naar de delta om er te broeden, beschouwt
Hassefras als de kroon op het natuurbescher-
mingswerk van overheid en natuurorganisaties.
Mochten ganzen voor overlast zorgen, dan moet
die overheid zorgdragen voor een goede schade
regeling. is de mening van Natuurmonumenten.
De functionaris van WLTO Hoeksche Waard acht
de stelling wèl juist. 'Hoe meer natte natuur, hoe
meer ganzen komen overzomeren en zich voort
planten. Voor hoogwaardig voedsel zoeken deze
steeds meer de landbouwgebieden op' vindt Arie
Verhorst, voorzitter vanWLTO Hoeksche Waard.
'In de zomer horen hier geen ganzen' redeneert
de WLTO-man verder. 'Wel in de winter, maar
ook die populatie breidt zich uit', signaleert Ver
horst met een ondertoon van zorg. De coördina-
Deltanatuur:Tussen 2000 en 2010 realiseert de overheid samen met natuurorganisaties 3.000 ha nieuwe getijdennatuur in het gebied tus
sen Noordzee en Biesbosch. Dit samenwerkingsverband noemt zich Deltanatuur.Tevens is het de naam voor de nieuwe landschappen