het is grijs-blauw van kleur, terwijl duinzand meer geel-bruin is. Zo'n zandsuppletie gaat een jaar of tien mee. We zagen hierboven dat tegenwoordige de afslagkust van Schouwen beschermd wordt door zandsuppleties,die ook dit jaar in 2003 weer worden uitgevoerd. Hoe ging men vroeger met zo'n duinklif om? Waar smalle duinen voorkwamen, zoals op Wal cheren, werd fanatiek gepoot. Bosjes stro moes ten het zand vasthouden. De al genoemde rijshou- ten schermen hadden dezelfde functie en ieder voorjaar werd er ook helm gepoot, die dieper in het duin was uitgetrokken. Op Walcheren werden al in de 16de eeuw paalhoofden gemaakt om de zee te breken en voorland te winnen. Op Schouwen werd alleen plaatselijk helm ge poot. Waar de duinen breed waren, zoals achter Haamstede, werd in feite niet veel gedaan en zag men de achteruitgang aan. Hoe de mens het probleem van duinafslag aan pakte, kunnen we ook lezen in de Chroniick van Zeelandt door M.Z. van Boxhorn 1644) .Veel dui nen waren ook toen 'steyl ende hooch.ende t'zee- waerts recht opstaende'. Men ging dan de hoge duintoppen afkarren en de laagten opvullen tot een zanddijk van 9 of 10 voeten dus ongeveer 3 meter hoog en die werd vervolgens dicht beplant met helmtegen het vervlieghen1Deze actie heet te 'de duinen ontnestelen' en dat was dus het los maken en daarna in een ander profiel brengen van het zand. Vooral op Walcheren is deze techniek veel toegepast. De natuurlijke afslagkust, die Schouwen eeu wenlang tussen Westenschouwen en het Hoofd kende, is geruisloos verdwenen toen na 1970 de palenrijen op het strand zijn geplaatst en na 1990 de zandsuppleties werden toegepast. Storm op de kust 1990. Foto: Frans B eekman. 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2003 | | pagina 7