St-
w.
t.
Duinviooltje. Nog weer later slaat struweel op:
Vlier, Meidoorn en Duindoorn waar het droog is,
Kruipwilg op natte plekken. Uiteindeli jk ontstaat
er bos, met heuse Eiken en Berken. Elk stadium
van kaal zand tot bos heeft zijn eigen dierlijke be
volking. Zandloopkevers en Harkwesp van het
open zand. Blauwvleugelsprinkhaan en Tapuit in
open duin. Het Paapje verschijnt, de Levendba-
rende hagedis en nog later de Groene spechtende
Sperwer.
Beroerd
Toen Natuurmonumenten in 1981 de Zeepe-
duinen in beheer kreeg, was het duingebied er be
roerd aantoe.Doorde waterwinning was het ver
droogd. Duinvalleien waren dichtgegroeid en
ontbeerden het broodnodige water. Net als elders
leden ook hier de Konijnen een kwijnend bestaan
(myxomatose). De laatste duinkoeien waren in
1950 al verdwenen (de economie) en zonder
graasdruk van grotere dieren was het gebied sterk
dichtgegroeid met Duinriet en struweel. Temeer
daar de zure, stikstofrijke neerslag ook hier te
recht kwam en vastlegging met Helm en bos de
groeiremmende zeewind en verstuivingen tem
perden. Al vrij snel zette Natuurmonumenten
Shetlandpony's in, met als doel het gebied open te
grazen. Het trappen en grazen moest planten en
dieren van open zand en grasland een nieuwe
kans geven. In 1983 waren het er op de 340 ha van
de Zeepeduinen elf, nu lopen er inmiddels bijna
100 dieren.
De begrazing heeft succes gehad. De verruiging
is teruggedrongen en soorten van duingraslanden
als Muizenoortje,Walstrobremraap en Driedistel
kwamen. Ook ontstonden door de vertrapping
kleine en grote verstuivingen waar pioniers als
Kleverige reigersbek van profiteerden.
Nog beter
Het gaat goed met de Zeepeduinen. Maar het
kan beter. Dat zit zo. Sinds 1930 werd in de Zee
peduinen water gewonnen. Net als elders ver
droogde daardoor het duin. Duinvalleien kwa
men droog te staan en groeiden dicht. Een aantal
jaren geleden echter is de waterwinning ver
plaatst waardoor de grondwaterstand is gestegen.
Rond wintergroen. Foto: Kees de Kraker.