Landschap 19 toen
Schouwen
Ook hier een drietal foto's.gemaakt tijdens een
rondrit in het westelijk deel van Schouwen-Dui-
veland. Met het 'Strand Noord-Schouwen' wordt
niet het Noorderstrand bij Renesse bedoeld, want
daar lagen in 1913 vele korte strandhoofden en
die zien we niet afgebeeld. Vermoedelijk is de foto
wat oostelijker tussen Scharendijke en Den Osse
gemaakt. Daar lag de toen bezienswaardig geach
te zeer hoge Langedijk en ervoor bevond zich een
smal voorland dat onderhevig was aan erosie. Dat
is te zien aan de blootgespoelde veen- en kleila
gen. In de verte zien we wel 30 scheepjes langs de
Kabbelaarsbank vissen.Er waren toen vele kleine
vissersboten en de vissers waren arm; nu zijn er
een paar vissers die het beter hebben.
De tweede foto met 'Vee aan den duinrand1 bij
Haamstede stelt ons wel voor problemen, want
waar zou dat wel kunnen zijn? Achter de Duin
hoeve? In de Zeepeduinen bij Burgh? De keus
valt op een locatie niet ver van het vaak gefoto
grafeerde Zandgat achter Haamstede, waar het
Torenpad langs de duinen loopt. Het bos op de
achtergrond zou het elzenmetengebied bij Groe-
noord kunnen zijn.
De laatste foto 'Schouwen. In den Polder' is niet
moeilijk te plaatsen. Alleen het woord 'polder' is
niet goed, want we zien vanaf de zeedijk langs de
Oosterschelde de Koudekerkse Inlaag. Er lopen
koeien op reepjes land. Een rijtuig gaat over de
weg door de inlaag in de richting van Haamstede.
De boerderijen in het geboomte achter de inlaag-
dijk staan langs de Brabersweg en de Zandweg in
de polder Schouwen. De greppels in de inlaag zijn
scherp afgetekend en zijn dus goed uitgehaald.
Hetslikuitde' gripj esgooide men er op de smal
le 'rikjes'.
Overkanters
De foto's gaven ons een enigszins romantisch
beeld van Goeree en Schouwen aan het begin van
de 20ste eeuw (op Flakkee en Duiveland kwamen
veel minder bezoekers en zijn ook veel minder fo
to's gemaakt). Op diverse afbeeldingen wordt uit
gekeken naar een verre horizon. Wat toen bij
Ouddorp of bij Scharendijke een schier onbereik
bare overkant was. daar rijden we nu met de auto
in een half uur naar toe. De bezoekende stads
mensen troffen op de eilanden een ijvere boeren-
en vissersbevolking. Kinderen liepen er nieuws
gierig achter de 'vreemdelingen' aan. Zelf maakte
ik dat in Zierikzee tijdens een vakantie met mijn
ouders over de eilanden in 1952 nog mee (en in
Sluis gooide de jeugd harde peertjes naar mijn
broer en mij). Opnieuw vergunden de foto's ons
een blik op het verleden. Ze zijn een belangrijke
aanvulling op de regionale beschrijvingen en
soms zelfs de enige informatie die we van een plek
hebben.
68