woning. Aangezien er meer vlinders op datzelfde idee komen is het een constant achter elkaar aan jagen, want een andere vlinder die in de buurt komt zitten dulden ze niet. Het was dan soms een dwarrelende vlucht van allemaal vlinders die als een stel vechtersbazen over elkaar heen rolden. Landkaartje Na het Bont zandoogje en de Gehakkelde aure- lia,begint nu ook het Landkaartje eenminof meer vaste tuinbewoner te worden. Buurman Johan, die ook naar vlinders kijkt, informeerde eens naar een donker vlindertje met witte vlekken, dat hij geregeld waarnam. Het bleek om de zomervorm van het Landkaartje te gaan,dat zich met succes in de buurt had voortgeplant want enkele maanden daarvoor had ik de voorjaarsvorm in de tuin ge zien. Grote brandnetel is de enige waardplant. Om eieren af te zetten kiest het vlindertjebij voor keur planten die op een donkere vochtige plaats staan, veelal langs een bosrand of houtwal. De tuin van Boswachter Rcné van Loo bij een bosaanplant in het krekengebied van Ouwer- kerk, vormt daarom een prima locatie. Maar ook in de tuin van Esther Linnartz in Ooltgensplaat, waarbij je toch niet meteen aan bos denktwerd de soort geregeld waargenomen. Die omgeving is de laatste jaren echter veel veranderd. Langs de weg naar de Hellegatsdam werd een flinke lap bos aangeplant en op de Hellegatsplaten zijn wilgen- bossen hoog opgeschoten. René van Loo telde daar op 19 augustus 22 Landkaartjes nabij vogel- kijkhut de Kluut. Ook de Gehakkelde aurelia blijkt in Ooltgensplaat behoorlijk talrijk: 8 ex. in de tuin van Esther op 12 augustus. Wat het Land kaartje betreft.dat is een soort die zichpas na 1930 permanent in het oosten van Nederland heeft ge vestigd en zich de laatste decennia naar het wes ten van het land uitbreidt. Nu eens een voorbeeld van een soort die het goed doet. Koninginnepage Een soort die vroeger, in bepaalde perioden al thans, talrijker was dan nu, is de Koninginnepage. Dit jaar zweefde er zo'n prachtige vlinder over mijn tuin en later hoorde ik dat er in een moes tuintje in de buurt eieren afgezet waren en rupsen gezien. Deze keer niet op worteltjes, maar op een andere schermbloemige: Venkel. De vlinder heeft in onze omgeving een duidelijke voorkeur voor het kleinschalig landschap van moes- en bloe mentuinen. Op Peen in wegbermen en op dijken worden zelden eieren afgezet. René van Loo zag een Koninginnepage bij de Ventjagersplaat Hooibeestje Een soort waarmee het dit jaar ook weer wat beter ging was het Hooibeestje. Het vlindertje vloog op veel plaatsen, weliswaar nog lang niet in dezelfde aantallen als vijftien jaar geleden maar duidelijk talrijker dan in de afgelopen jaren. In au gustus en september waren het er op de Hompel voet toch weer 100-en en ook op de Slikken van Flakkee was het Hooibeestje vrij talrijk. Waarom de stand beginjaren negentig inklapte en het her stel uiterst traag verloopt is nog steeds niet duide lijk. Evenmin trouwens als het lage populatie niveau van Kleine vos en Dagpauwoog. Het gaat hierbij om "geharde" soorten die niet aan zeldza me biotopen gebonden zijn. Klimaatsomstandig heden en het populatieverloop van parasitaire soorten (sluipvliegen, sluipwespen enz.) zullen wellicht een rol spelen. In de Atlas van de Neder landse Dagvlinders staan grafieken met het popu latieverloop over een periode van 100 jaar. Bij veel soorten zitten daar grote golvende bewegin gen van toe- en afname in. Met dat Hooibeestje komt het heus wel goed, meer zorgen moeten wij ons maken om soorten die specifieke milieu-eisen stellen, zoals die te vinden zijn in schrale voedse- larme biotopen en het gevarieerd kleinschalig cultuurlandschap. Oranje luzernevlinder Ieder jaar is het uitkijken naar de Oranje luzer nevlinder: komen ze wel, komenze niet. De komst van deze fraaie trekvlinder hangt samen met een gunstig verloop van de populatie-opbouw in zui delijke regionen. De eerste werd al op ló juni door René van Loo op de Slikken van Flakkee-Zuid gezien. Eind juli was er een behoorlijke invasie die op de Slikken Zuid resulteerde in 48 getelde exemplaren. Het is aannemelijk dat ze zich hier ook voortplantten. De laatste waarneming van een Oranje luzernevlinder viel daar op 26 okto ber. Mijn laatste waarneming vond plaats op 19 september toen er eentje samen met een Gele lu zernevlinder voorbij dwarrelde, maar dat was bij het Paulinaschor in Zeeuws-Vlaanderen. René zag een Gele luzernevlinder bij de Stelweg nabij 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2003 | | pagina 9