Ouwerkerk en Chris v/d Brugh had er eentje op 18
september bij Bruinisse. Oranje luzernevlinders
hebben een veel meer kustgebonden trekroute
dan de Gele luzernevlinder, die bij ons maar wei
nig gezien wordt. Gelukkig is de oranje de mooi
ste.
Minder algemene soorten
Interessant is ook de waarneming van de Ei
kenpage op de Kleistee (11 ex. op 29 juni door G.
Lokker - vorige Sterna), die nog nooit eerder op
Goeree-Overflakkee was waargenomen. De
Kleistee is een reservaat in het zandwallengebied
bij Ouddorp, waar het vroegere cultuurlandschap
geleidelijk heeft plaatsgemaakt voor spontane
opslag van struweel en bomen, waaronder nogal
wat Eiken. Daarnaast bestaat het gebied uit duin
achtig schraal grasland, waar deze zomer ook
Veldkrekel, Geelsprietdikkopje en Kleine parel
moervlinder werden waargenomen.
Volgens Jan-Piet van Waveren deed de Kleine
parelmoerviinder het dit jaar ook in het duinge
bied op Schouwen goed. Ze kwamen zelfs tot in
zijn tuin midden op Haamstede - kennelijk van
die vlinders die het hoog in de bol hadden vanwe
ge dat Herenslot en Burgh maar een geitenkot
vinden, want daar zag je ze niet (het betreft hier
een oude dorpsvete).
René van Loo had op 15 juli het geluk een heel
bijzondere parelmoervlinder waar te nemen op
het fietspad langs de Heuvelsweg nabij Kerkwer-
ve. Het betrof de Keizersmantel, een zeldzaam
mooibeest. Wel weer pech voor René dat hij zijn
fototoestel net niet bij zich had.
Voor het eerst nu ook Eikenpages op Goeree-Overflak-
kee. Hier een mannetje. Foto:Henk Harmsen.
Tot slot
Uiteraard zijn er nog veel meer leuke en inte
ressante waarnemingen gedaan, waarvan ik er
nog enkele wil vermelden, zoals het Oranjetipje.
Bij Ouwerkerk doen ze het goed (3 mannetjes in
tuin R. van Loo op 4 mei) en ook bij Schuddebeurs
(4 ex. op 21 april M. v/d Graaf). Vanuit Schudde
beurs belandden ze kennelijk in Dreischor waar
Jos Catsman er eentje in de tuin zag. Chris van de
Brugh kwam op 10 mei een Oranjetipje (m) tegen
bij eenparkeerplaatsjevanAquadeltate Bruinis
se. De vele waarnemingen van de Kolibrievlinder
werden in de vorige Sterna al aan de orde gesteld,
maar het heeft de mensen niet onberoerd gelaten.
Zelfs tot op het terras van de Gouden Leeuw in
Goedereede hebben ze ervan kunnen genieten!
Heel aardig was ook de ontwikkeling op som
mige bloemrijke akkerranden, zoals de randen
van Kees van der Linde ten noorden van Loopers-
kapelle. Daar zag ik op 22 juli de volgende soor
ten: Zwartsprietdikkopje- vele 10.000-en, Distel
vlinder - 1.000-en. Kleine vos - 100-en, Oranje
zandoogje-velel00-en,Bruinzandoogje-10-tal-
len. Argusvlinder-vele 10-tallen;lagere aantallen
van Atalanta, Dagpauwoog, Klein koolwitje,
Groot koolwitje en Icarusblauwtje. Zo blijkt met
een goed beheer wel het een en ander mogelijk.
Jammer dat het bermbeheer tegenwoordig zo
veel te wensen over laat. Er wordt door de weg-,
slootkant en dijkbeheerders veel te veel met de
klepelmaaier gewerkt. Een hooibeheer zou de
bermen een stuk bloemrijker en daarmee voor
vlinders en allerlei andere insecten veel aantrek
kelijker maken. Trouwens voor mensen als ons
valt er dan ook meer te genieten.
Dankwoord
Esther Linnarz-Nieuwdorp en René van Loo
stuurden een hele serie waarnemingen op. Zij en
ook de overige personen die mij van inlichtingen
voorzagen, hartelijk dank!
Literatuur
Tax M.H., 1989. Atlas van de Nederlandse Dagvlin-
ders.Natuurmonumenten/Vlinderstichting, 's Grave-
land/Wageningen
Zojuist verschenen: Dagvlinders in Zeeland. (Vlinder
en libellenwerkgroep Zeeland). Uitgeverij De Koperen
Tuin, Goes. ISBN 90 806370 2 5.
17x24 cm, harde kaft,gebonden, 134 blz. geheel in kleur,
15 Euro.