vertelde dezelfde wonderlijke vischvangsten van
Den Bommel en van Oude Tonge.
Ik zag eindelijk kans om Ooltgensplaat te berei
ken. Achter op mijn fiets zat een groote fietstasch.
Men fietste toen naar Ooltgensplaat via het veer
aan de Galatheesche haven. Dan langs den dijk
langs het fort, en over een zeer slechten weg kwam
men langs de kaai het dorp binnen. Een schepnet
had ik niet meegenomen, - er zijn bezigheden, die je
liever aan een ander overlaat, en waarvoor je zelf
beter kunt betalen. Tot zulk een liefhebberij be
hoort visschen.
Ik had trek in de armdikke-en-een-halve-meter-
lange paling. Men zegt, dat deze niet zoo lekker is
als de polsdikke, ze zouden gronderig zijn. Maar
wij - in het oorlogsjaar 1944 - waren niet zulke
groote lekkerbekken meer. Onze vleeschrantsoe-
nen werden vaak ingehouden en visch. dal was een
extraatje. Deltooge prijs hadden we er gaarne voor
over.
Ik schoot een Ooltgensplaatsche kennis aan, deed
het verhaal van de armdikke paling. Ik had nog al
tijd de illusie van een volle tasch te kunnen krijgen
en zag de dankbare gezichten thuis. Ik voorspelde
me zelf al een feestmaaltijd met paling als hoofdge
recht. Doch de wonderlijke palingen van Oolt
gensplaat en den Bommel heb ik nooit geproefd!"
Herstel
De schade die de inundatie had aangericht was
aanzienlijk. Het zoute waterwas niet alleen funest
voor de vruchtbare bodem, bovendien stierven
zo'n 86.000 bomen, waaronder 54.000 fruitbo
men. Het eens zo vruchtbare eiland lag erbij als
een kale, dorre vlakte. Met gebruik van gips werd
de zoute landbouwgrond behandeld. Dijken en
waterstaatswerken dienden zo snel mogelijk te
worden hersteld. Bovendien moesten diverse ob
stakels en mijnen worden opgeruimd. En niet te
vergeten: de herplant van bomen en struiken,
want het oostelijk deel van het eiland was bijna
boomloos geworden. Het zoute water was de
grootste boosdoener, maar ook in opdracht van
de Duitsers zijn veel bomen gekapt voor het
10