De stormachtige ontwikkeling
van een Zeeuwse Japanner
Foto 's bij dit artikel: Kees de Kraker.
Kees de Kraker
De afgelopen tijd was de Japanse oester erg in het nieuws. De soort heeft zich sterk uitge
breid, in het bijzonder in de Oosterschelde, die om deze reden al eens "Oesterschelde" werd
genoemd. Een leuke woordspeling. In onderstaand artikel wordt een aantal gegevens met
betrekking tot de Japanse oester op een rijtje gezet en naar een antwoord gezocht op de
vraag: wat moeten we er aan doen?
Mijn eerste ervaringen met de Japanse oester
stammen uit beginjaren tachtig. Bij het verzame
len van een maaltje mossels aan de Westbout kwa
men wij de plaatselijke Chinees tegen die niet op
mosselen uit was.maar een emmer vol met oesters
had. Hij liever dan ons, en zonde van die mooie
schelpen, vonden we. Veel oesters zagje toen nog
niet. Dat de rand van de hele Oosterschelde in een
oesterbank zou veranderen was destijds nog niet
te voorzien.
Als vogelwachter in de Grevelingen kwam ik
daar vooral de Zeeuwse platte oester tegen. Eind
jaren tachtig verschenen ook hier de eerste Japan
ners. die in de loop van het volgende decennium
sterk toenamen. In ondiep water overboord
springend, maakte ik op pijnlijke wijze kennis met
de messcherpe bovenkant van deze oesters.
Japanse oesters in Zeeland
Traditioneel werd in Zeeland de Platte oester
gekweekt (oestercultuur sinds 1870), die hier van
nature voor kwam. De bijzonder strenge winter
van 1962-63 bezorgde de oesterteelt een enorme
klap doordat het overgrote deel van de oesters het
loodje legde. Om toch brood op de plank te krij
gen werd overgegaan tot de import van Platte oes
ters ui t Frankrijk en Japanse oesters. Met het mee
komen van de oesterparasiet Bonamia ostrea met
16