ties. De productie aan oesterlarven in geschikte jaren (met een hoge temperatuur en die zullen we vermoedelijk nog genoeg krijgen) blijft voldoen de om de hele Oosterschelde te koloniseren. Het aanpakken van de oesterbanken lijkt mij derhal ve ongewenst. Dit los van juridische mogelijkhe den en financieringsaspecten. Voor wat betreft de recreatie is een kleinschali ge aanpak van de oesters bij de zwemhoekjes ge wenst. De financiering daarvoor zou gezocht moeten worden bij de oesterkwekers die aan dit door hun binnengehaalde dier, goed geld verdie nen. In de Grevelingen draait het Natuur- en recre atieschap voor dit soort zaken op. Voor het weg- vissen van wilde oesters buiten de percelen in de ondiepe delen van de natuurzone, zoals de kwe kers graag wilden, werd door het Schap terecht de boot afgehouden. Toekomst Hoe gaat het verder als er niet wordt ingegre pen? Loopt straks alles onder de Japanse oester? Vaak komen dit soort vragen pas op, wanneer het al te laat is om er nog wat aan te doen. Voor beelden te over. Gelukkig blijkt de schade achter af vaak mee te vallen. Nogal wat exoten laten na eerste vestiging een periode van sterke toename zien. Ze hebben aanvankelijk weinig vijanden en ziekten waarvoor ze gevoelig zijn komen in de nieuwe omgeving niet of minder voor. De meeste soorten vallen na verloop van tijd terug tot een lager, minder overheersend niveau, omdat de om geving meer op hen is ingesteld en ziekten en pla gen zich verspreid hebben. Enkele voorbeelden daarvan zijn Amerikaanse zwaardschede, Japans bessenwier.Muiltje en nog langer geleden het Ko nijn dat ooit met de Romeinen is meegekomen. Dit laat onverlet dat leefgemeenschappen be hoorlijk ontwricht kunnen worden door de mas sale uitbreiding van een bepaalde soort en dat voorkomen van introductie altijd beter is. Voorlopig lijkt de opmars van de Japanse oester langs de boorden van de Noordzeekust nog niet beëindigd. Een ouderwetse winter als die van 1962-63 zou welkom zijn. Literatuur Artikelen over dit onderwerp uit PZC(januari t/m half maart 2004) en Bionieuws (april 2002) Internetsites m.b.t. Zeeuwse oesters, Waddenvereniging. Oosterschelde Nationaal Park en kamervragen be treffende deze problematiek door de Zeeuwse leden J. Geluk (WD) en S.Buijs (CDA). Kater, B.J. 2003. Ecologisch profiel van de Japanse oes ter. Rapport nr. C032/03. Rijksinstituut voor Visserijon- derzoek.Yerseke.

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 23