Slakkenexcursie op Mon Plaisir te Schuddebeurs
Mon Plaisir. Foto:Kees de Kraker.
Harry Raad
Op 20 december bezocht de Slakkenwerkgroep KNNV afdeling Bevelanden het bosgebied
Mon Plaisir te Schuddebeurs, bij Zierikzee. Het was deze keer geen slakkenweer maar takke-
weer. De opkomst was niet eens minimaal, want Ine van de Ven en Harry Raad lieten zich niet
kisten door de sombere weerberichten.
Situatie
Mon Plaisir is een bosrijke buitenplaats met een
prachtig landhuis. De buitenplaats met een op
pervlakte van bijna twintig hectare is een natuur
object van Staatsbosbeheer en behoort samen
met enkele kleinere eenheden tot het object
'Schuddebeurs'. Een derde is in erfpacht uitgege
ven en niet toegankelijk.
Wij bezochten enkel het opengestelde terrein-
deel. Het gaat om vrij jong productiebos: vakken
met naaldbos en wel/niet gemengd loofbos. In de
Tweede Wereldoorlog is het bos verloren gegaan
door houtroof en gedeeltelijke inundatie. Wel of
geen oorlog, in 1953 was het weer raak. Het lage
deel overspoelde wederom, waardoor een geul
ontstond die later tot watergang is omgevormd. In
de beschrijving van IsaakTirion uit 1753 wordt de
buitenplaats bij Schuddebeurs niet expliciet ge
noemd. Het enige wat van het gehucht Schudde
beurs wordt vermeld is de kermis op de derde
Paasdag. Over de ontwikkeling van het polderge
bied isTirion wat breedsprakiger. Schuddebeurs
ligt op het grensgebied van de voormalige eilan
den Schouwen.Duiveland en Dreischor. Die krui
sing was voorheen de zeearm Gouwe, met een
noordwestelijke arm de Noordgouwe en de
noordoostelijke arm Dijkwater. De Noordgou
we slibde dicht en de uitgifte voor de bedijking
vond plaats in 1374. Het jaar van uitvoering laten
we in het midden, want daarover verhaalt deze
bron niet. In de Noordgouwepolder waren in de
tijd van Tirion relatief veel buitenplaatsen, wat
met het nabijgelegen Zierikzee te maken zal heb
ben. Wellicht behoorde Mon Plaisir toen ook al tot
die verzameling. Op die plek was in ieder geval al
een hofstede aanwezig.
Met het voorgaande is ook de situatie van de
bodem geen verrassing meer. De afzettingen van
zeeklei en zandige plaat- en overslaggronden
stammen uit de tijd van de open zeearm en de la
tere overstromingen van het bedijkte polderland.
De bodem kent een grote variatie in kleigehalte,
reliëf en vochtvoorziening, en is kalkhoudend en
voedselrijk. We concludeerden bij het aanschou-
32