De terugkeer van de Grote Stern als broedvogei in de inlagen van Schouwen John Beijersbergen Na een afwezigheid van bijna 40 jaar is de Grote stern terug als broedvogei op Schouwen. En volgens pachter Bram van den Hoek op dezelfde hil, het grote eiland, in de Flaauwers inlaag, waar tot in de jaren 60 werd gebroed. Verbleekte roem Met de terugkeer van de Grote stern wordt de jarenlange inspanning van provincie, waterschap en vrijwilligers beloond om de inlagen weer hun oude glorie terug te geven. Want de roem van de inlagen was in de jaren 70 en 80 danig verbleekt. Het water was er dood en het geluid van de zeevo gels in het voorjaar kon je er niet meer horen. Het was er stil geworden. Bekend is het verhaal van Hans Warren die met vriend Mario in de jaren 80 van Zierikzee naar de inlagen fietst en de grote treurnis beschrijft die zij daar aantreffen met als conclusie dat er van de "Roem van Schouwen" niets meer over is. Gezamenlijke aanpak Vanaf 1992 hebben provincie en waterschap maatregelen getroffen om de inlagen weer op te knappen. Zo werden er kwelbuizen geslagen langs de zeedij k om het water met schoon Ooster- scheldewater te verversen en door te spoelen. De oevers werden tot hogerop verdedigd waardoor het peil kon worden opgezet en meer watervolu me ontstaat, terwijl de onderwaterbodem, die veel voedingsstoffen nalevert, werd gebaggerd. Allemaal maatregelen om het brakke water weer gezond te krijgen en de permanente algenbloei of "groene soep" te bestrijden. Een groot succes dat in dit verband wel eens mag worden genoemd is de terugkomst van de velden Ruppia (een soort zeegras van het brakke water, op Schouwen oor of kruloor genoemd) vanaf 1998 als resultaat van het verbeterde doorzicht. De mogelijkheid van een natuurlijk peilbeheer en wel hoger in de winter en lager in de zomer dient een tweeledig doel. Dat hogere peil in de winter is namelijk niet alleen gunstig voor de wa terkwaliteit maar ook voor de broedvogels van de hillen. Doordat de eilandjes in de winter niet meer zoals vroeger werden overspoeld, raakten ze per manent bewoond door ratten en werd de voor heen open zoutvegetatie vervangen door ruigte. Beide zaken leidden ertoe dat de hillen onge schikt werden voor kustvogels als Kokmeeuw, Visdief en Grote Stern die in kolonies broeden. De paar Kokmeeuwen en Visdieven die het jaar lijks nog probeerden, brachten door roof van ei eren en kuikens geen jongen groot. Met het opzet ten van het peil en de jaarlijkse overspoeling van de hillen kunnen er geen ratten meer wonen en zijn de broedplaatsen elk voorjaar als de vogels te rugkomen vrij van ongedierte.Tevens wordt er elk jaar nog wat bijgemaaid maar steeds minder omdat de vegetatie verandert onder invloed van de overspoeling met het brakke water. Dat maai en gebeurde aanvankelijk door de vrijwilligers van de werkgroep actief terreinbeheer van de Na- tuur- en Vogelwacht en tegenwoordig "georgani seerd" door de mensen van de Stichting Land schapsbeheer Zeeland (SLZ) in opdracht van het waterschap. De kroon op het werk In de afgelopen jaren zijn door de getroffen maatregelen de hillen weer belangrijk geworden voor de kustvogels. Mooie, groeiende kolonies van Visdief en Kokmeeuw van honderden paren zijn het resultaat. Het was te verwachten dat met de aantrekkingskracht van deze kolonies daar een keer Grote sterns bij zouden vallen. "Je hebt Kokmeeuwen nodig om Grote sterns te krijgen Het verhaal van de inlagen is een groot succes voor de natuurbescherming. Het bewijst dat in richting en actief beheer van de natuur de moeite waard is. Met de terugkeer van hetpronkj u weel onder de kustvogels is de beloning compleet. Flaauwers /10082004 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 13