Hermelijnvlinder Cerura vinula
De rups van de Hermelijn vlinder leeft op wilgen en populie
ren.
Bijzonder zijn de twee uitsteeksels (veranderd 8"' poten-
paar) waaruit de rups bij verstoring twee rode schrikdraden
tevoorschijn laat schieten. Bij het ouder worden is de rups
echter steeds minder geneigd dit te doen. Het exemplaar dat
wij met de excursie op de Hompelvoet vonden was op zoek
naar een geschikt plekje om te verpoppen en al bezig te ver
kleuren. Schrikdraden werden dan ook niet waargenomen.
De rupsen spinnen een cocon tegen de bast van de voedsel-
boom of tegen toevallig aanwezig hout. Bij het huisje op de
Hompelvoet zagen wij soms een dergelijke cocon tegen een
oud luik. Een dee! van de ondergrond wordtin de cocon ver
werkt, zodat deze een vezelige houtstructuur krijgt. De cocon
is keihard. Om er in het volgend voorjaar uitte komen maakt
de vlinder gebruik van speeksel en een soort eitand.
Enkele malen zagen we de vlinder, een soort uil, (wit met fijne
zwartbruine lijntjes). Veelal rustend tegen een lichtgekleurde
paal van de afrastering, waar hij totaal niet opvalt. De Her
melijnvlinder is overigens niet zeldzaam.
Wim van Wijngaarden gaf nog het adres van een Duitstali
ge) site: www.schmetterling-raupe.db waarop veel rupsen
van pijlstaartvlinders en andere opvallende nachtvlinders te
vinden zijn: De Hermelijnvlinder Grosser Gabelschwanz)
staat er ook bij. (kies achtereenvolgens: Monat, August, Rail-
pen, Gr. Gabelschwanz)
Rups Hermelijnvlinder. Foto: Kees de Kraker.
gezelschap. De Grote
sterns, jarenlang het beeld
merk van de Hompelvoet,
zijn er sinds twee jaar niet
meer. Wél heb ik nu en dan
hun onmiskenbare roep ge
registreerd. Even later: een
vondst, een historische, zou
naderhand blijken: de Herft-
schroeforchis! Daarzou nog
publiciteit van komen
Verder gingen we, door het
struweel, een heel andere
aanblik. Maar ook: bijna een
doolhof voor wie even een
sanitaire stop moest maken
terwijl de groep verder
trok.... Bij een drinkput zie ik
een bekende: de plant die
ook overvloedig in mijn
eigen tuin groeit, tussen de
stenen, volgens Kees de
Bleekgele droogbloem.
Nade lunch, waarin sommi
gen hun leeftocht edelmoe
dig deelden met hen die
slechter voorbereid op pad
gingen (bedankt Pim, Kees)
doorkruisten we een wei
met daarin wederom volop
Parnassia, en, erg leerzaam,
drie soorten Duizendgul-
denkruid op één plaats bij
elkaar. In die omgeving von
den we ook nog een Slanke
gentiaan en een dikke rups
met wel heel opmerkelijke
kleuren, waarvan geen van
de deelnemers op dat mo
ment de identiteit kon ont
hullen. Dan maar een foto
gemaakt. Op de terugweg
langs de waterlijn: ook daar
viel nog heel wat te zien.
Er is maar één conclusie.
Een dag op dit eiland is veel
te kort!
Petra Rouwendal
61