Opkomende vloed Plaat van Scheelhoek. Pinksteren 1950. Foto: Jan van Tussenbroek. Door de komst van de Haringvlietdam geraakte de Plaat van Scheelhoek geheel in de verdruk king. Zo kort na na de liquidatie van De Beer viel het besluit dit gebied wèl te behouden als reser vaat, zonder dat er overigens kijk op was iets van de oude glans van de Scheelhoek te bewaren. Bij de reconstructie van het binnendijks komende reservaatsgebied van 180 hectare, stond voorop het behoud als pleisterplaats van (Grauwe) gan zen, een doelstelling die thans. 40 jaar later, wel licht verbaast. Door de komst van de Brouwers- dam in combinatie met de sluiting van de Grevelingen ging het karakter van de Punt van Goeree verloren. De zich nu ter plekke bevinden de massieve duindoornstruwelen, missen iedere relatie met de luisterrijke ambiance van de oude Punt. Op de Kwade Hoek poogde Rijkswater staat de milieu-dynamiek uit te bannen. Voorts kreeg het gebied te maken met een sterk verande rend stromingspatroon en een hogere vloed stand. De overige terreinen kwamen te liggen in tijloze of nagenoeg tijloze compartimenten. Na 1974 zetten Natuurmonumenten en Staatsbos beheer het werk van de stichting voort. Inzichten veranderden.ervaring en kennis namen toe, soms moesten doelstellingen worden bijgesteld en wer den ook (van tijd tot tijd) de budgetten ruimer. Wanneer wij nu naar de Scheelhoek, de Kwade Hoek, de Ventjagersplaat en andere voormalige 'De Beer-gebieden' kijken,dan is de conclusie dat de resultaten slechter hadden kunnenzijn. Grote Sterns Degeen die de historie van de stichting verge lijkt met die van de Grote Sterns in dit land, speci aal in Zuidwest-Nederland, ziet paralellen. In het veertigjarig bestaan boden een of enkele van de beheersgebieden doorlopend onderdak aan Grote Sterns. Soms totaal tegen de 15.000 paren, maar in 1965 slechts aan enkele tientallen. Vooral als gevolg van de aanwezigheid van chloor- koolwaterstoffen in de Nederlandse kustwate ren, was in dat jaar het nationale broedbestand teruggelopen tot circa 800 paren op Griend, in de 64

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 26