Noordse Stern worden gezocht. De Zwitser Adolphe Burdet maakte vogelseries met stereo scopische opnamenin 1910,1915 en 1922 op Texel. Hij valt dus af. RichardTepe en Paul Steenhuizen kregen in 1902 een 2de resp. 1 ste prijs voor hun na tuurfoto's. De preparateur Steenhuizen maakte sinds 1902 stereofoto's waarvoor hij in 1906 in Leipzig een internationale prijs kreeg. Naast zijn fotografische arbeid zette Steenhuizen dieren op voor Artis en het Zoölogische Museum in Am sterdam. Van Tepe is niet bekend dat hij stereofo to's maakte. Het jaartal 1904 en het Duitstalige onderschrift maken het waarschijnlijk dat Steenhuizen de maker van onze vogelfoto is. Afbeeldingen van de vogelhillen in de Schouwse inlagen van hem staan ook in het aardige boekje van A.B. Wigman 'Vo gelleven in Nederland (uitgave Meulenhoff. Am sterdam 1917). Op de foto is geen aanwijzing te zien waar op het 'Insel Schouwen' de opname werd gemaakt. We vermoeden dat het één van de inlagen aan de zuid kust betreft. Het kan ook de spuiboezem van het stoomgemaal bij de Heerenkeet zijn. Rykel ten Kate vertelde mij ooit dat daar de zuidelijkste broedplaats van de Noordse Stern lag en dat had hij waarschijnlijk gehoord van de Hagenaars Niko en Luuk Tinbergen, die er in de jaren '30 veel op excursie kwamen en waarbij Frans Kooijmans de vaste fotograaf was. Inhetboekje 'Rankewieken' van Johannes Vij verberg dat als eerste in de serie 'Vogel-idyllen' (uitgave Brusse, Rotterdam 1925) verscheen, staat de Noordse Stern goed beschreven.Een foto ontbreekt daarbij helaas, zodat de opname van Steenhuizen uit 1904 nog meer betekenis krijgt! F.B. 1Met dank voor het lenen aan Herman van der Meer (Den Haag). Hij kreeg de serie stereofoto's in 1979 ca deau van de bekende fotograaf Frans Kooijmans (Den Haag). 2. Informatie over de fotografen komt uit: Karei H.Voous, In de ban van vogels. Ornithologisch Biografisch Woor denboek van Nederland. Alphen aan den Rijn.1995. Kijkdoos Vanwege het geringe verschil in uiterlijk tussen Noordse stern en de in onze omgeving veel talrij kere Visdief kwam men pas vrij laat achter het voorkomen van deze stern op Schouwen. Onge veer een eeuw nahetbenoemenvandesoortwerd de Noordse Stern voor het eerst vermeld in een verslag van de Nederlandse Ornithologische Ver eniging (1903). als voorkomend op Schouwen. Het jaar daarop werden ze hier dus gefotogra feerd. Dat fotograferen met primitieve middelen le verde voor hedendaagse begrippen zelden spec taculaire foto's op. Toch zijn vooral die stereofo to's nog altijd leuk om te bekijken. Zelf zag ik eens de hele serie bij mevrouw Bolkenbaas uit Burgh. De betreffende serie.met ondermeer Kokmeeuw en Grote karekiet.zat in een cassette met een toe lichting en was uitgegeven door Vogelbescher ming. Mogelijk maakte deze Noordse Stern daar ook deel van uit, al kan het zijn dat wat ik heb ge zien van later datum was. De dieptewerking van de foto's gezien door de stereoscoop geeft vaak de indruk van een soort kijkdoos met voorwerpen op verschillende afstand. Dat er in de vogelfotografie wel wat is veran derd, valt mooi te illustreren met de bekende foto van Kooijmans en zijn fotokanon bij de spuiboe zem. Dit voorjaar.daags na een bericht over broe dende Grote Sterns op het eiland in de Flaauwers- inlaag brengt de mail al fraaie beelden daarvan, bezorgd door Pim Wolf als eigentijdse Vijverberg. Zonder hut of kist, gewoon vanaf de dijk gefoto grafeerd. Fotograferen leidt vaak tot betere waar- neming.zeker vroeger toen ze er met hun neus bo venop moesten zitten.Tegenwoordig gaat het ook vaak andersom. Op Schouwen werd vooral gebroed in de spui boezem van het stoomgemaal bij Flaauwers, in de Kistersinlaag en nabij de eendenkooi van Elle- meet. Laatst genoemd gebied maakt tegenwoor dig deel uit van het natuurontwikkelingsgebied in de Prunje, zodat Noordse Sterns hier net zo als vroeger weer kunnen broeden. In later jaren wer den uit veel inlagen broedgevallen van Noordse Sterns vermeld. Die lastige herkenbaarheid heeft lange tijd het zicht op het voorkomen van de Noordse Stern vertroebeld. Meestal ging het om tientallen 68

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 30