Noordse Stern, juveniele vogel.
Foto: Henk Harmsen.
terse hogere waterstanden en een ijle begroeiing
met Zeeaster. Een situatie die vergelijkbaar is met
de huidige begroeiing op het eiland in de Flaau-
wcrsinlaag. Op Rottummerplaat zitten ze op een
puinhelling van baksteen en in de Grevelingen
gaat de voorkeur uit naar kale terreinen met wat
Zeekraal of Schorrenkruid.
Zuidelijkste broedplaats
Hoewel Noordse Sterns bij ons een zeer kleine
minderheid vormen, is de Europese populatie
ruim twee keer zo groot als die van de Visdief.
Ruim de helft van al deze vogels zit (met 250.000-
500.000 broedparen) op IJsland. De zuidgrens
van het verspreidingsgebied loopt ondermeer
langs de Noordzeekust, waarbij het Deltagebied
een vooruitgeschoven post vormt. Dat de spui-
boezem bij Flaauwers de meest zuidelijke broed
plaats was, zal mogelijk op een bepaald moment
het geval zijn geweest en met de toevoegingvoor
zover bekend". Behalve in de al wat zuidelijker
gelegen gebieden op Schouwen als Cauwersin-
laag en Zuidhoekinlagen broedde de Noordse
Stern schaars/incidenteel aan de zuidkust van
Tholen en op een enkele plaats op Zuid-Beve
land.
Met het instorten van de sternpopulaties van
wege de giflozingen eind vijftiger jaren en de ver
anderingen na de Ramp, nam het aantal broedpa
ren op Schouwen af. Later ontstonden vanwege
de uitvoering van de Deltawerken weer nieuwe,
vaak tijdelijke, broedplaatsen zoals bij het Veerse
Meer, de Grevelingen en het Zoommeer. De zui
delijkste broedplaatsen van het Deltagebied lig
gen langs de Westerschelde waar incidenteel ge
broed wordt (o.a Hooge Platen, Het Zwin). In de
Europese atlas staat zelfs nog een stipj e in Bretag-
ne bij Brest, al zal het hier wellicht om slechts een
enkele broedgeval gaan.
Binnen Zeeland vormt de Schouwse zuidkust
nog steeds de meest stabiele kern van de zuide
lijkste populatie Noordse Sterns.
De aantallen kunnen jaarlijks nogal wisselen.
De afgelopen 20jaar schommelde de populatie in
het Deltagebied rond de 40 paar. Vorigjaar vorm
de een uitschieter, want in 2003 zaten er alleen in
de Grevelingen al 43 paar. terwijl het pas opge
knapte en nog vrij kale eiland in de Flaauwersin-
laag ook erg aantrekkelijk bleek. De gunstige
voedselsituatie van dat moment zal sommige
langs trekkende sterns verleid hebben zich hier te
vestigen. Want trekken kunnen ze, die Noordse
Sterns. In dat opzicht zijn ze ongeëvenaard: van
broedgebieden nabij de Noordpool tot aan de
kusten van het Zuidpoolgebied.
Het voorkomen aan de rand van het versprei
dingsgebied is sterk afhankelijk van het popula
tieverloop meer naar het centrum. Een gunstige
voedselsituatie en aanwezigheid van geschikt
broedgebied vormen echter de eerste voorwaar
den voor het voortbestaan van de locale popula
tie. Een paradijsvogel om zuinig op te zijn! C. dK
Literatuur
hagemeijer,E.J.M.&M.J.blair,1997.TheEBCCAtlas
of European Breeding Birds: Their distribution and
Abundance.T&AD Poyser.London.
Kraker, Kees de, 2003. Broedvogels Grevelingen -
2003. Rapport Sandvicensis, Burgh.
Meininger, Peter L. Rob C.W. Strucker,2001 Kust-
broedvogels in het Deltagebied in 2000. Rapport
RIKZ/2001.015,Middelburg.
Vergeer, Jan-Willem en Gerard van Zuijlen, 1994.
Broedvogels van Zeeland. Uitgeverij KNNV/ Stichting
uitgeverij SOVON.
Werkgroep Avifauna Natuur- en Vogelwacht
Schouwen-Duiveland, 1986. Broedvogels van Schou-
wen-Duiveland. Zierikzee.
70