Er worden de laatste jaren minder Kleine Zwanen gezien Foto: Henk Harmsen.
stand van de Havik behoort zeker tot de mogelijk
heden.
Verscheidene Sperwers houden zich op in de
dorpen. Meldingen van tot in de tuinen jagende
exemplaren zijn geen uitzondering.Tijdens de tel
lingen komen de dorpen er qua tijd maar bekaaid
af logisch gezien de opzet van de tellingen)zodat
zeker ondertelling plaatsvindt. De hogere aantal
len in oktober en november hebben mede betrek
king op (late) doortrekkers.
Tabel 2. Getelde roofvogels op Goeree-Overflakkee
2003-2004.
Soort/maand
okt.
nov.
dec.
jan.
febr.
mrt
Zeearend
1
Bruine Kiekendief
6
6
2
4
2
7
Blauwe Kiekendief
3
5
6
4
3
4
Grauwe Kiekendief
Havik
3
1
4
1
Sperwer
15
15
5
9
6
6
Buizerd
68
73
34
91
100
57
Ruigpootbuizerd
1
1
1
Torenvalk
44
40
23
25
26
26
Smelleken
1
5
1
2
2
2
Slechtvalk
4
4
4
5
6
4
De Buizerd haalde niet de hoge score van de
twee voorgaande winters. We kunnen ons afvra
gen of dat komt door de slechtere weersomstan
digheden om te tellen, of dat er werkelij k enige te
ruggang is. In februari werd toch nog de grens van
100 exemplaren bereikt. Er was toen wel sprake
van trekbewegingen. want in polder Dirksland
zaten acht exemplaren naast elkaar met een tus
senruimte van enkele meters. Verderop in die pol
der stonden nog vier exemplaren.
In zachte winters zijn waarnemingen van de
Ruigpootbuizerd op Goeree-Overflakkee
schaars. Afgelopen winter was dat dus het geval.
Buiten de tellingen om werden een enkele keer
twee exemplaren op de Slikken van Flakkee ge
zien. Alleen tijdens strenge winters trekken meer
dere exemplaren naar onze omgeving.
Tijdens de teldagen was deTorenvalk weinig ac
tief. Een gedeelte van het matige resultaat kan
hieruit wel verklaard worden. Maar in vergelij
king met een aantal jaar geleden is de presentie
duidelijk lager. Zeker bij de Torenvalk spelen
weers- en voedselomstandighcden een grote rol.
Het Smelleken is schaars op het eiland. Slechts
in november werden wat meer exemplaren ge
teld.
De gehele winter werden vier tot zes Slechtval-
73