Wintervogels op Goeree-Overflakkee 2003-2004 jjSfciijtf1$^ Nijlganzen blijken in onze regio in de nazomer het talrijkst. In de loop van het winterhalfjaar nemen de getelde aantal len flink af.Foto:HenkHarmsen. Dick Wilbrink Jaarlijks wordt hier een jaaroverzicht gegeven van de maandelijkse telresultaten van ganzen, roofvogels en zwanen. De tellingen vinden plaats in het winterhalfjaar en worden verricht door leden van de vogelwerkgroep. Weersomstandigheden Wederom was sprake van een zachte winter. Er waren enkele koudere perioden,bijvoorbeeld die van begin maart, maar het bleef bij lichte nacht vorst. De teldagen werden niet steeds begunstigd door goede weersomstandigheden. Vooral in de cember (beestenweer) en februari (mist) troffen we het slecht. Op de andere teldagen waaide het stevig. Een en ander heeft een nadelige invloed op de telresultaten gehad. Ganzen Al tijdens de oktobertelling werden op Oost- flakkee 668 Rietganzen geteld. De hoogste pre sentie werd in november en december vastge steld. Een groot gedeelte hield zich toen op in de driehoek tussen Oude Tonge, Nieuwe Tonge en Stad aan 't Haringvliet. Op het westelijke deel van Goeree-Overflakkee werden slechts zelden Riet ganzen gezien. De trek in noordelijke richting werd al in februari ingezet. Tamelijk verrassend waren de 374 Kleine Riet ganzen in polder Galathee in januari. Waarschijn lijk maakten ze een tussenstop tussen het gebied rond Damme in België en Friesland. Meestal ver blijft deze soort in lage aantallen tussen andere ganzensoorten. Afgelopen winter werden in vergelijking met de laatste jaren duidelijk minder Kolganzen waar genomen. In januari, de maand met de hoogste presentie, werden bijna 5000 Kolganzen geteld. In 71

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 33