Paddentrek Schuddebeurs Kees Musters en David Schorer Sinds 1996 plaatst de gemeente Schouwen-Duiveland in februari van elk jaar aan weerszijden van de Donkereweg ter hoogte van de vijvers van de buitenplaats Mon Plaisir een scherm van fijnmazig kippengaas. Om de 40 meter wordt aan de buitenkant, dus niet aan de wegkant, van dit scherm een plastic emmer ingegraven. Voorbijgangers weten nu zo langzamerhand dat dit voor de paddenopvang gebeurt, omdat het nachtelijk autoverkeer nu eenmaal geen rekening kan houden met deze traag overstekende amfibieën. Trek naar het geboortewater Zoals bij alle planten en dieren neemt bij pad den de reproductie een belangrijke plaats in hun le ven in. Deze geschiedt in en rondom ondiep, stil staand en vooral zoet water. Na de winterslaap die, afhankelijk van de weersomstandigheden, er gens in februari eindigt, ontstaat er een onstuimi ge nachtelijke trek naar dezelfde plas of vijver waar zij eens geboren zijn. De tocht daarheen vormt een onderdeel van het reproductieproces, want onderweg wordt de paring voorbereid. Mannetjes proberen al voor ze in het water zijn een vrouwtje in te palmen door onderweg op haar rug te kruipen. Padden zien niet goed en de man netjes beschouwen dan ook elke bewegende soortgenoot als een vrouwtje. Ze proberen dan ook geregeld op een ander mannetje te klimmen of op een vrouwtje dat al een mannetje op haar rug heeft. Deze mannetjes geven daarop een waar- schuwingsroep:je hebt hier niets te zoeken. Maar soms gaat er iets mis in de communicatie. Zo is het mogelijk dat er onderweg een bergje van 4 a 5 mannetjespadden kan ontstaan, dat door één enkel vrouwtje langzaam wordt voortbewogen. Na een periode in het water waarin het mannetje en vrouwtje gezamenlijk in de juiste stemming proberen te komen, laat het vrouwtje haar eieren in twee lange draden los waarover de mannetjes hun zaad lozen. In het water zwelt de gelei die om de eieren zit op zodat twee eisnoeren ontstaan die aan de in het water aanwezige vegetatie vastkle ven, waarna zonnewarmte de rest doet. De incu batie duurt 1 tot 2 weken. Na een periode van 2 a 3 maanden als dikkopje in het water te hebben ge leefd, ondergaan de padlarfjes een metamorfose en gaan zij aan land. Hun kieuwen sterven af en in de plaats daarvan ademen ze door middel van lon gen. Van half juni tot begin juli krioelen er aan de oevers van de vijver duizenden minipadjes, die een dichtere vegetatie opzoeken. Daar blijven zij 3 a 4 maanden, totdat de eerste koude nachten hen dwingen samen met oudere generaties een veili ge, warme plek in de grond te zoeken, waar de win ter wordt doorgebracht. De trek terug Na de paring (of wat daarvoor kan doorgaan) komt er weer een trek op gang uit het water terug naar de omgeving waar men de winter heeft door gebracht. De vrouwtjes die hun eieren hebben ge legd en niets meer in het water hebben te zoeken gaan onmiddellijk terug. Mannetjes blijven daar entegen nog wat langer in het water rondhangen in de hoop nog een tweede of derde keer te kun nen paren. In het algemeen kan gesteld worden dat de trek terug veel geleidelijker plaats vindt en zich uitstrekt over een langere periode. Padden leven van alles dat beweegt en klein genoeg is om op te eten: wormpjes, vliegjes,mugjes,miertjes en kleine waterinsecten Getallen Met de padden trekken er ook bruine kikkers mee. Hun trek begint eerder en is sneller over zijn hoogtepunt heen. In onderstaande grafiek vindt men de aantallen padden die sinds 1995 jaarlijks zijn overgezet. Daarnaast zijn de aantallen pad denen bruine kikkers weergegeven die dit jaar tij dens de drie maanden durende reproductieperio de uit de emmers zijn gehaald en aan de overzijde van de weg zijn neergezet. In deze aantallen zijn ook de aantallen padden en kikkers begrepen die 's avonds en 's nachts, ondanks het gaas, op de weg zijn aangetroffen en door overzetters in veiligheid zijn gebracht. De overgezette aantallen zijn dus niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid amfi- 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2004 | | pagina 7